Door de Lens van Ankie: sport verenigt wèl

Utrecht - Heel even voel ik me op het verkeerde been gezet. Er klopt iets niet. Verward kijk ik naar de twee grote vlaggen. Fier wapperen ze in de wind. Bijna dagelijks wandel ik met mijn hondjes langs deze tuin waarin geiten met boerenzakdoeken om, hun mening niet onder het gras steken en vlaggen al maandenlang driftig ondersteboven tegensputteren. Dan zie ik het: rood. Volkomen out of the blue hangt rood weer bovenaan.
Het is mijn lievelingskleur. Niet zo lang geleden stond ik in mijn rode jas met dito broek aan boodschappen in mijn fietstas te laden. Naast mij staat een jonge moeder met een klein jongetje achterop haar fiets. Vrolijk wijst het ventje van alles om zich heen aan en noemt trots alle kleuren die hij ziet. Plots wijst hij met zijn kleine vingertje naar mij en roept enthousiast: “Rood!”. Zijn moeder draait zich naar mij om, bekijkt me uitgebreid van top tot teen en antwoordt met een zucht: “Ja. Rood: dat is de kleur van die mevrouw”.
Onze Nederlandse driekleur. Sinds ik sport fotografeer zie ik hem vaak. Uit volle borst zingt iedereen na winst mee met ons volkslied en kijkt trots naar het hijsen van de vlag. Nooit zal ik vergeten hoe de voetbalsters met de vlaggen hun ereronde liepen na de finale van de WEURO ’17.
Vol bewondering kijk ik van heel dichtbij naar Dafne Schippers die de vlag behoedzaam om haar schouders doet bij het EK Atletiek in Berlijn. Onder de indruk van haar prestatie zie ik hoe Femke Bol tevergeefs zoekt naar een vlag na haar race der racen waarin ze sneller liep dan welke vrouw dan ook ooit tevoren. In Turkije zaten er gelukkig een heleboel in de koffer. Onvoorstelbaar goed gedaan, daar weer.
Dichterbij gekomen zie ik dat er met grote letters F1 en Max Verstappen op de vlaggen staat. Wat de regering maar niet lukt, krijgt de liefde voor sport in één weekend voor elkaar: rood, wit, blauw. Sport verenigt.
