Pas één keer eerder twee Utrechtse clubs in kwartfinale KNVB beker
Utrecht/Bunschoten - Als FC Utrecht en Spakenburg op dinsdag 28 februari aftrappen in de kwartfinale van de KNVB beker, is dat een unicum. Nooit eerder troffen twee clubs uit de provincie Utrecht elkaar in deze fase van het bekertoernooi. Het is, voor zover wij dat kunnen achterhalen, zelfs pas de tweede keer in de geschiedenis dat twee Utrechtse clubs de laatste acht van de KNVB beker bereiken.
Voor de eerste keer moeten we terug naar het voorjaar van 1961. Het Amersfoortse HVC, destijds uitkomend in de eerste divisie, plaatste zich verrassend voor de kwartfinale door de topclubs Feyenoord en Sparta uit te schakelen. Elinkwijk uit Utrecht speelde destijds in de eredivisie en bereikte de kwartfinale door een zege op het Amsterdamse Blauw Wit.
De kwartfinale was voor Elinkwijk het eindstation. De Utrechters gingen in eigen huis onderuit tegen eerstedivisionist Leeuwarden, de voorloper van SC Cambuur. HVC bereikte de halve finale wel. Het versloeg, mede dankzij twee treffers van Henk Wery, die later voor DOS, Feyenoord en het Nederlands elftal zou spelen, opnieuw een eredivisieclub. Tegen VVV werd het, na verlenging, 3-2 voor de Amersfoorters. In de halve finale verloor HVC van NAC.
Halve finalisten
Behalve HVC in 1961 bereikten slechts vijf clubs uit onze provincie de halve finales van de KNVB beker. FC Utrecht deed dat, uiteraard, het vaakst. Die club was zelfs zeven keer finalist en won de beker drie keer. Eén finale werd de club door de KNVB ontnomen. In 2020 besloot de KNVB, als zo'n beetje enige bond in Europa, de bekerfinale Feyenoord - FC Utrecht niet te laten spelen tijdens de coronapandemie.
Ook DOS en Elinkwijk slaagden er in de proftijd in de halve finale te bereiken, maar de grootste stunt staat nog altijd op naam van IJsselmeervogels. De amateurs uit Bunschoten-Spakenburg schakelden in het seizoen 1974/1975 drie profclubs uit, om als eerste amateurclub in de geschiedenis de halve finale te bereiken. Nadien lukte dat alleen nog VVSB uit Noordwijkerhout, dat in de halve finale van 2016 verloor van FC Utrecht.
FC Utrecht één keer eerder tegen Spakenburg
FC Utrecht speelde zeven keer eerder een bekerduel tegen een amateurclub uit de provincie. In 1986 werd GVVV in Veenendaal met 5-0 verslagen. Veertien jaar later werd het bekertoernooi begonnen met een poulefase, waarin FC Utrecht drie Utrechtse amateurclubs trof, waaronder Spakenburg. Dankzij drie treffers van Jamie Forrester, twee van Marinus Dijkhuizen en één van John de Jong won FC Utrecht in de Galgenwaard met 6-1. Hilmi Mihci redde de Spakenburgse eer.
In diezelfde poule versloeg FC Utrecht stadgenoot Elinkwijk met 7-1 en het Mijdrechtse Argon met 3-0. In 2000 en 2005 boekten de Utrechtse profs nóg grotere zeges tegen amateurs uit de provincie. In 2000 ging IJsselmeervogels op eigen veld met 8-1 over de knie, vijf jaar later werd uit tegen Elinkwijk zelfs met 10-0 gewonnen.
De zevende en laatste ontmoeting met een provinciegenoot was eerder dit seizoen. In Woerden won FC Utrecht toen met 3-0 van Sportlust'46.
Acht Spakenburgse zeges tegen profs
De wedstrijd tegen FC Utrecht wordt voor Spakenburg de 35e bekerontmoeting met een profclub. Acht keer schakelde Spakenburg een profclub uit. De zege op FC Groningen in deze editie van de KNVB beker was voor de Blauwen een dubbel unicum. Spakenburg won nooit eerder een uitwedstrijd tegen profs, en de ploeg had ook nog nooit een eredivisieclub uitgeschakeld.
Amateurs die eredivisieclubs uitschakelen is sowieso behoorlijk zeldzaam. Uit onze provincie slaagden behalve Spakenburg alleen IJsselmeervogels, DOVO en GVVV daar in. DOVO klopte in 1977 Volendam, maar dat was in een thuiswedstrijd. IJsselmeervogels won in 1975 in Alkmaar na strafschoppen van AZ'67. GVVV schakelde in 2011 Excelsior uit, door in Rotterdam met 3-0 te winnen.
Dit seizoen presteerde tweededivisionist De Treffers iets unieks, door twee eredivisionisten uit te schakelen. Zowel het duel tegen RKC als de wedstrijd tegen SC Cambuur werden gespeeld op het veld van De Treffers in Groesbeek.
