Asielkinderen verhuizen soms 8 keer per jaar, hoe kan dat anders?

© ANP
Utrecht - Asielkinderen verhuizen volgens UNICEF tot acht keer paar jaar. Steeds weer naar een nieuwe omgeving en een andere school, áls er al een nieuwe school is. Het is ontwrichtend en leidt tot psychische problemen. Er moet dan ook snel een einde aan komen, vinden Tweede Kamerfracties, onderwijsinstellingen en kinderrechtenorganisaties. Wat moet het nieuwe kabinet doen?
Schooldirecteur Rohan de Groot van de Utrechtse basisschool De Dreef in Overvecht heeft een duidelijk standpunt over het gesleep met asielkinderen. "Laat ze tijdens de asielprocedure op één plek blijven. Dat kan prima door te forenzen of met digitaal onderwijs op afstand. Er zijn ook voldoende fondsen beschikbaar om dit te bekostigen en elke schoolleider wil hier wel een aandeel in nemen."

Stampij

De Groot sloeg april dit jaar alarm toen een 6-jarige leerling halsoverkop naar Brabant moest verhuizen. De jongen en zijn familie woonden in een Utrechtse noodopvang voor asielzoekers en moesten hun procedure vervolgen in de gemeente Gilze en Rijen.
"Ik heb destijds inderdaad flink stampij geschopt", blikt de schoolleider terug. "Het leidde er uiteindelijk toe dat deze leerling weer terug mocht naar onze school vlak voor de zomervakantie. Inmiddels heeft de familie van de jongen een huis toegewezen gekregen in een ander deel van Utrecht en zit hij op een andere school. Als het goed is, is dat zijn definitieve plek en hoeft hij nu niet meer te verhuizen."
Er wordt vooral gekeken naar het systeem en niet naar het welzijn van het kind
Schoolleider Rohan de Groot
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) noemde de actie van de schooldirecteur destijds 'nobel', maar benadrukte ook een andere kant van de medaille: als een gezin niet doorstroomt houdt het een plek bezet van een kindje dat in Ter Apel zit. "En zoals we allemaal weten zit het aanmeldcentrum daar vol." Ook benadrukte het COA dat de familie een belangrijke stap zette in de asielprocedure "waar de meeste asielzoekers lang op moeten wachten".

Hechtingsproblemen

Het gesleep met kinderen is een half jaar later niet gestopt, zegt directeur De Groot van basisschool De Dreef. "Het speelt nog steeds. Er wordt vooral gekeken naar het systeem en niet naar het welzijn van het kind. Bij volwassenen lig ik daar wat minder wakker van, maar met kinderen kan je dit soort dingen echt niet doen. Het is zo schadelijk. Moeten ze weg, dan moeten ze weg, dat hou je altijd en daar ga ik ook niet over. Maar zo lang ze hier zijn moet je ze als kinderen behandelen en ze niet van hot naar her slepen."
Schooldirecteur Rohan de Groot van De Dreef in Overvecht.
Schooldirecteur Rohan de Groot van De Dreef in Overvecht. © RTV Utrecht / Jasper Witte
De directeur van De Dreef zag kinderen via Friesland, Haarlem en het zuiden van het land in Utrecht belanden. "Je kan zoiets één of twee keer doen, maar daarna krijgen ze echt hechtingsproblemen, vertrouwensproblematiek. Dat merk je zowel sociaal emotioneel bij de kinderen, maar ook in de onderwijsresultaten."
Het gesleep met kinderen moet echt ophouden
Kamerlid Jasper van Dijk
Asielzoekerskinderen die in Nederland arriveren, hebben vrijwel altijd een zeer traumatische verhuizing achter de rug. Tegen deze achtergrond vinden deskundigen het onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat er eenmaal hier nog veel meer verhuizingen volgen.
Jaap Doek, emeritus hoogleraar familie- en jeugdrecht en voormalig lid en voorzitter van het VN-Comité voor de Rechten van het Kind, sprak jaren geleden al van een "flagrante schending van Artikel 12". Dit artikel houdt in dat de mening van kinderen moet gevraagd en meegenomen worden. Asielzoekerskinderen hebben echter helemaal niets te zeggen over de (vele) verhuizingen tijdens de asielprocedure. De afgelopen jaren is het aantal verhuizingen ook alleen maar toegenomen.

Kamerleden en de spreidingswet

"Dit is een buitengewoon slechte situatie", zegt SP-Tweede Kamerlid Jasper van Dijk. "Het nieuwe kabinet moet voor veel meer stabiliteit en rust zorgen in de opvang van met name kinderen. Daarom is de spreidingswet er ook gekomen, zodat alle gemeenten een evenredig aantal asielzoekers moeten opnemen. Mijn hoop is daarop gevestigd, want het gesleep met kinderen moet echt ophouden."
Ook Kamerlid Lisa Westerveld van GroenLinks maakt zich al langer sterk voor asielkinderen. Eerder dit jaar diende ze met DENK een motie met het verzoek aan de regering om zich er met urgentie voor in te spannen dat er een centraal beeld komt van de aantallen leerplichtige vluchtelingen en vluchtelingenkinderen die onderwijs mislopen. "Het is een hele uitdaging. We weten hoe schadelijk het is als onderwijs steeds wordt afgebroken", zei ze in de Kamer.
DENK-Kamerlid Stephan van Baarle vroeg de regering om met spoed afspraken te maken over het beperken van de vele verhuizingen van asielkinderen. Dennis Wiersma, destijds nog minister van Onderwijs, antwoordde daarop zich "onmachtig te voelen". "Deze afspraak is er eigenlijk al", sprak hij.
Wiersma wees erop dat het COA verantwoordelijk is, maar dat het vraagstuk gepaard gaat met ingewikkelde uitdagingen en dat ook de spreidingswet en andere maatregelen ermee te maken hebben. Hoe noemde het letterlijk "ver van zijn bed". "Ik neem de motie aan, maar met de disclaimer erbij dat ik dit niet helemaal zelf kan realiseren." Ook zei Wiersma voortdurend over de problemen rond asielkinderen in gesprek te zijn met het ministerie van Justitie en Veiligheid.

Contact met het azc

Terug naar basisschool De Dreef in Overvecht. Er zijn sinds april geen asielkinderen meer geweest die zijn doorgestuurd, zegt de directeur. "Ik heb wel af en toe contact met het azc hier in de buurt. Ze polsen dan hoe het gaat en of er plek bij ons is. Ik denk dat ik sinds april drie of vier keer een mailtje van ze heb gehad. Maar goed, voor de situatie rond onze leerling hadden we helemaal geen contact."
Helaas kan ook basisschool De Dreef niet alle asielkinderen plaatsen, legt De Groot uit. "Het hangt af van de zorgvraag en didactische behoefte. Op het moment dat die groot is en we hebben al vijf kinderen met een zorgbehoefte in een klas, dan kunnen we helaas niet overgaan tot plaatsing. Als we ruimte hebben en we kunnen het aan qua behoefte dan mogen ze altijd instromen."

Kinderen vinden verhuizen vaak moeilijk, beaamt het COA. "Ze moeten afscheid nemen van een vertrouwde omgeving en van vrienden op school en in het azc. Daarom proberen we het aantal verhuizingen te beperken. Gezinnen verhuizen zoveel mogelijk in de schoolvakanties, zodat kinderen aan hun nieuwe omgeving kunnen wennen."

Wanneer gezinnen als gevolg van de procedure zelf verhuizen, zegt het COA daar geen invloed op te hebben. Dan verhuizen kinderen ook buiten de vakanties. Als een verhuizing onvermijdelijk is, worden kinderen en hun ouders zo goed mogelijk begeleidt.

"Ouders kunnen bijvoorbeeld hun voorkeur voor een ander azc doorgeven. We informeren de kinderen over de verhuizing, het nieuwe azc en de activiteiten voor kinderen op de nieuwe locatie. En we zorgen ervoor dat het afscheid op school en in het azc goed is geregeld. Bij de begeleiding gebruiken we een verhuischecklist, die we samen met Defence for Children hebben ontwikkeld."