Een ronde roeibaan in polder Rijnenburg: 'Het moet en het kan'

Utrecht - Olympische medailles van Utrechtse roeiers zijn fijn om mee te pronken, maar topprestaties verdienen ook topfaciliteiten. Daar ontbreekt het nu aan, vinden de roeiers van Orca, Triton en Viking. Al jaren kampen ze met een gebrek aan trainingswater op het Merwedekanaal. Er zijn te veel bootjes en woningbouw maakt het er niet beter op. Extra roeiwater in polder Rijnenburg is dé oplossing. Dat is de uitkomst van een onderzoek in opdracht van Stichting Watersportbaan Midden-Nederland. Het rapport is vanmiddag overhandigd aan wethouder Eva Oosters.
Roeien en Utrecht horen bij elkaar als Vockingworst en mosterd. Ter illustratie: Triton bestaat al sinds 1880 en de Varsity op het Amsterdam-Rijnkanaal is een begrip. Utrecht levert bovendien al jaren toproeiers af. De gemeente erkent het belang en de waarde van de sport. Toch is er nog altijd geen knoop doorgehakt over extra trainingswater. Om schot in de zaak te krijgen, loopt al jaren een lobby. De pijlen zijn gericht op polder Rijnenburg. Daar moet een ronde baan komen. Volgens de onderzoekers is dit niet alleen financieel de beste optie, maar past het ook goed bij de woningbouw- en energieplannen voor de polder.
Over de toekomst polder Rijnenburg, ten zuiden van Utrecht, wordt al decennia gesoebat. Er moet een enorme woonwijk verrijzen en er zijn plannen voor zonnevelden en windmolens. Dit moet worden gecompenseerd met extra oppervlaktewater om de polder leefbaar te houden. Voor dieren, maar ook voor mensen. Mensen die willen roeien bijvoorbeeld. Klimaatverandering vereist bovendien dat bij de stad Utrecht een plek wordt gevonden waar bij hoosbuien water wordt opgevangen en bewaard voor droge tijden. Kortom: er is veel water nodig in Rijnenburg. En dat biedt kansen voor de roeier.
Het plan
Het moet dus geen klassieke wedstrijdbaan van 2200 x 120 meter worden in het groene gebied ten zuiden van Utrecht. Daarvoor is te weinig ruimte. Bovendien vergt zo'n accommodatie extra waterstroken voor het roeiverkeer rond een wedstrijd.
Daarom is in twee varianten een 'slimme' oplossing bedacht: een rondje van minstens 4,5 kilometer lang, met een breder deel waarop getraind gaat worden en waar in beperkte vorm nationale wedstrijden kunnen worden gehouden. Ook is er ruimte voor loodsen, vlotten, een strandje met zwemwater en is met bruggen rekening gehouden met de mogelijk komst van een tram in de toekomstige woonwijk.

Eerder afgeschoten
Het plan voor een baan in polder Rijnenburg is begin 2020 afgeschoten omdat er geen geld zou zijn. Maar een passage in het Utrechtse coalitieakkoord van vorig jaar laat zien dat het stadbestuur welwillend is: "In Utrecht moet een plek zijn voor geschikt roei- en trainingswater, ook voor onze toproeiers. We onderzoeken hiervoor twee locaties, te weten Rijnenburg en Vianen-Ameide. Verder kijken we naar de mogelijkheden om het roeien verder te faciliteren langs de Vecht en het Merwedekanaal."
Vianen-Ameide is als permanente oplossing unaniem door de Utrechtse roeiers afgewezen. Te ver weg en te duur, vinden de clubs. De locatie kan eventueel wel gebruikt worden als overbrugging. De echte oplossing is volgens de roeiers Rijnenburg. Het haalbaarheidsonderzoek bevestigt dit: het is de enige locatie bij de stad op minder dan een half uur fietsen vanaf de Dom. "Het is een unieke en laatste kans."

Kost dat?
Eerder is een bedrag van 30 miljoen euro genoemd voor een roeibaan in Rijnenburg. Maar dat klopt niet, zegt Anne de Lange van Stichting Watersportbaan Midden-Nederland. "Het kostenaspect is destijds als te duur geframed."
Het nieuw aan te leggen water zou gefinancierd moeten worden uit de woningbouw en uit overheidsfondsen die voor waterbuffers zijn gereserveerd. "Voor de woningbouw moet er compensatiewater komen. Het water kan dus gratis worden aangelegd: het moet toch." Andere kritiek die er was: de baan zou een sta-in-de-weg zou zijn, want moeilijk overbrugbaar. "Aan dat laatste hebben we nu wat gedaan", pareert De Lange.
Blijft de vraag: wat gaat het de Utrechter kosten? "Dat hangt ervan af hoe de bruggen gaan liggen. Maar het kost de gemeenschap 0 euro, de meerkosten voor het roeien nemen we zelf voor onze rekening." Het gaat dan om botenloodsen, kleedkamers, buitenruimte en vlotten. De roeiverenigingen realiseren zich dat voor deze faciliteiten wellicht de stelregel "de gebruiker betaalt" redelijk is. Het gaat om een bedrag van enkele miljoenen euro. "De roeigemeenschap voelt zich in hoge mate verantwoordelijk om zelf te zorgen voor die faciliteiten."