Deze Utrechtse vrouwen debuteren straks bij FC Utrecht: 'Het gejuich uit de Galgenwaard is straks misschien voor mij'

Utrecht - Bijna tien jaar had de club nodig om het vrouwenelftal nieuw leven in te blazen, nu gaat het dan eindelijk gebeuren. Op 10 september debuteren de dames van FC Utrecht in de Galgenwaard tegen Feyenoord. Utrechters Anniek Smulders, Lotje de Keijzer en Tami Groenendijk hebben een plekje bemachtigd in de selectie: "Als klein meisje hoopte ik ooit in de Galgenwaard te spelen."
Lotje de Keijzer is groot fan van FC Utrecht: "Vroeger ging ik met mijn vader mee naar Zoudenbalch, kijken naar de training van Fabian (voormalig keeper van FC Utrecht en broer van Lotje, red.). Dan nam ik mijn eigen bal mee en vroeg ik de handtekening van spelers van het eerste. Mijn broer kreeg vaak kaartjes voor de wedstrijden, dan mocht ik mee."
Toen ze hoorde dat FC Utrecht een vrouwenelftal kreeg, heeft ze er alles aan gedaan om een plekje te bemachtigen: "Ik heb direct tegen mijn zaakwaarnemer gezegd: dit wil ik. Dat dat nu gelukt is, daar ben ik heel trots op."
Met papa en mama naar de Galgenwaard
Dat De Keijzer nu bij de club speelt waar haar broer ook heeft gespeeld, wil ze niet een familieprestatie noemen: "Het is heel bijzonder, maar we hebben het allebei echt zelf gedaan. Fabian speelde hier omdat hij een goede keeper is en ik speel hier omdat ik goed kan voetballen. Het had ook zo bij een andere club kunnen zijn."
Ook voor Anniek Smulders is het een droom die uitkomt. Wanneer je haar vraagt hoe het is dat ze nu voor de club in haar eigen stadsie speelt, begint ze te glunderen, "Ik kwam hier vroeger al met mijn ouders kijken bij FC Utrecht. Om dan bij de open dag zelf het veld op te lopen in de Galgenwaard, terwijl al mijn vrienden en familie op de tribune zitten, is ongelofelijk."
Ik speel nu, waar ik vroeger altijd wilde spelen
Tami Groenendijk kan soms nog niet geloven dat ze nu bij FC Utrecht speelt. "Ik probeer vaak tegen mezelf te zeggen: ik speel nu waar ik vroeger altijd wilde spelen."
Een wens die Groenendijk op haar 17e op een lager pitje zette. "Ik besefte me dat ik ook moest genieten en plezier moest maken en dat het zou komen wanneer het zou komen." En toen kwam Utrecht vijf jaar later. "Het vlammetje werd weer aangewakkerd en ik besefte: dit is wat ik echt wil."
200 procent geven
Smulders en Groenendijk speelden vorig seizoen samen bij topamateurclub SV Saestum in Zeist. Nu ze de overstap hebben gemaakt naar een profclub, betekent dat niet dat ze van het voetballen kunnen leven. Ook De Keijzer, die al sinds haar vijftiende bij verschillende profclubs speelt, kan alleen maar hopen van een toekomst waarin ze met voetballen haar brood verdient.
Mede daarom begint De Keijzer na de zomer met een studie aan de Universiteit Utrecht, studeert Groenendijk Voeding en Diëtiek en werkt Smulders bij NOS sport.
Een zware combinatie die veel van de spelers vraagt. "Ik begrijp dat mannenvoetbal meer geld oplevert, er is meer vraag naar. Maar het is belangrijk om niet te vergeten dat vrouwenprofs ernaast werken, ernaast studeren en net zo veel trainen. Ze werken net zo hard als de mannen. Dus ik denk juist dat vrouwen 200 procent moeten geven. Ik zou het graag anders zien, maar het is natuurlijk ook iets heel moois dat je het dan als vrouw alsnog bereikt," zegt De Keijzer.
Voorbeeld voor de nieuwe generatie
Naast dat de drie vrouwen allemaal uit de provincie Utrecht komen, zijn ze ook allemaal begonnen met voetballen bij de jongens. Volgens Tami Groenendijk een groot voordeel. "Toen ik bij Sportlust '46 in Woerden begon, was ik samen met twee anderen het enige meisje. Vijftien jaar geleden was daar nog niet eens een vrouwenteam." Ze is blij dat dat nu veranderd is, maar waardeert het ook dat ze zoveel jaar met de jongens heeft gespeeld. "Het is anders, feller, harder, sneller met de jongens. Maar het is beter dat er nu ook voorbeelden voor de jonge meiden zijn. We kunnen namelijk nooit hetzelfde worden als de mannelijke profs. Puur fysiek is dat niet haalbaar. Een standaard waar een jonge meid niet aan kan voldoen."
Ook Smulders erkent de waarde van een gemixt voetbalteam. bij DVSU in Lunetten voelde ze zich op haar plek tussen de jongens, maar miste een voorbeeld. Ook nu nog, "Utrechtse jongetjes kunnen naar Mark van der Maarel kijken, maar jonge meiden hebben hier lang geen voorbeeld gehad. Nu Utrecht terugkeert in de Eredivisie verandert dat. Straks kunnen ze zich herkennen in een Marthe Munsterman." En dan voorzichtig met een glimlach: "Of een Anniek Smulders".