Zorgen om ‘megakippenverblijf’ Universiteit Utrecht, hoe zit dat?

Utrecht - De faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht wil in een nieuw verblijf het aantal kippen uitbreiden van zo’n 200 naar maximaal 2.500. De Partij voor de Dieren spreekt van een ‘megakippenverblijf’ en maakt zich zorgen over de vergunningsaanvraag. Wat moet de universiteit met al die kippen? En hoe zit het met het dierenwelzijn?
Hoewel de Partij voor de Dieren spreekt van een ‘megakippenverblijf’, is het in vergelijking met de intensieve veehouderij klein bier. De Universiteit van Wageningen spreekt van een megastal als er sprake is van meer dan 120.000 leghennen of 200.000 vleeskuikens. Daar is in dit geval dus geen sprake van, legt universiteitswoordvoer Maarten Post uit tijdens een rondleiding over de faculteit.
De faculteit Diergeneeskunde maakt zich op voor een grote verbouwing. Oude, betonnen gebouwen uit de jaren 60 en 70 verdwijnen. In plaats daarvan moet een modern complex verrijzen, duurzaam en met meer mogelijkheden voor de drie pijlers van de faculteit Diergeneeskunde: onderwijs, onderzoek en gezondheidszorg voor dieren. Het dierenziekenhuis van de Universiteit is één van de grootste, zo niet de grootste van Europa. Het wordt ‘state of the art’, aldus Post.
De kip mag naar buiten
Terug naar de kippen. Op dit moment is er ruimte voor tweehonderd kippen en tweehonderd kuikens. In de vergunningsaanvraag is inderdaad sprake van ruim tweeduizend kippen, in de nieuwbouwplannen wordt rekening gehouden met maximaal 1580 kippen. Dat aantal hangt af van de vraag in het onderwijs en het aantal onderzoeksprojecten. Het is fijn dat de ruimte er is voor meer kippen als dat nodig is, zegt Post. Maar dat betekent niet dat het verblijf continu vol zou zitten. Bovendien krijgen kippen meer ruimte dan nu het geval is en een stuk meer dan bij de gemiddelde kippenboer, ook krijgt een deel van de kippen de mogelijkheid naar buiten te gaan. Dat is bij de universiteit nu niet mogelijk.
In hoeverre gaat het hier om proefdieren, die vaak een pijnlijk, stressvol en kort leven leiden?
Geen megastal dus, maar hoe zit het met het dierenwelzijn? De Partij van de Dieren maakt zich daar ook zorgen over. “In hoeverre gaat het hier om proefdieren, die vaak een pijnlijk, stressvol en kort leven leiden?” Volgens onderzoeker en universitair docent Francisca Velkers is daar weinig sprake van. Velkers is onder andere verantwoordelijk voor het welzijn van de kippen die worden gebruikt tijdens het onderwijs van de toekomstige dierenartsen en voor veel van de kippenonderzoeken die de universiteit uitvoert. “Maar het is niet zo dat ik elke dag elke kip in mijn armen heb”, zegt Velkers. Het welzijn van de dieren is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van verschillende specialisten en dierverzorgers van de universiteit.
Mate van ongerief
De Universiteit Utrecht heeft de enige opleiding tot dierenarts in Nederland. Daar horen ook ‘handelingen met kippen’ bij, legt Post uit. “Lang niet alle handelingen met kippen zijn overigens ‘dierproeven’.” Of zo’n handeling wel een dierproef is, wordt door een externe instantie beoordeelt. “Het hangt onder meer af van de mate van ongerief dat een dier ondervindt”, legt Post uit. “Als een student leert om een kip te hanteren, is dit ongerief beperkt."
En hoe zit dat met onderzoek van universiteitsmedewerkers? “Het klinkt dan of we allemaal enge dingen gaan doen”, zegt onderzoeker Francisca Velkers. “Maar voor veel proeven worden kippen gewoon in hokken onder gecontroleerde omstandigheden gehouden en kunnen we met metingen aan ontlasting, veren of observaties al veel leren over gezondheid en welzijn."
Toch is het niet uit te sluiten dat een kip soms wel last heeft van handelingen, bijvoorbeeld tijdens een injectie. Dan is er sprake van een dierproef. Post: "Dan moet een uitgebreide procedure doorlopen worden. Een externe instantie beoordeelt dan of het ongerief opweegt tegen het onderwijs- of onderzoeksdoel."
Vogelgriep en andere infecties
Velkers doet veel onderzoeken bij boeren waar de vogelgriep is uitgebroken, andere onderzoeken moeten op de universiteit. “In een stal mag je heel veel dingen niet nabootsen, bijvoorbeeld met Salmonella.” In de gecontroleerde omgeving van de universiteit kan dat wel en kan je een kip bijvoorbeeld besmetten met Salmonella. “Vaak is dat trouwens niet ziekteverwekkend voor de kip”, zegt Velkers, “maar voor de mensen die het vlees eten.” Verschillende groepen kippen worden van elkaar geïsoleerd. De ene groep krijgt een bepaalde behandeling, de volgende groep een ander behandeling en er is een controlegroep. Velkers: “Dat kan je in het veld niet doen.”
“We gaan heel veel transities in”, vertelt Velkers. Denk aan de wens om te stoppen met antibiotica bij vee, de vraag naar circulair voeren en de omgang met infecties als de vogelgriep. “En natuurlijk zoönosen en de pandemieën waar we bang voor zijn. Dat zijn vaak infectieziekten waarbij je moet kijken: hoe verspreid zich dat tussen dieren en van mens naar dier.”
“Er is momenteel grote maatschappelijke vraag naar onderzoek naar kippen en het welzijn van de dieren”, aldus woordvoerder Maarten Post. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met de transities die Velkers noemt. Maar dierenwelzijn speelt ook een rol. Post: “We willen ook meer huisvesting realiseren voor gedragsonderzoek. In de nieuwe accommodatie wil wil hoogleraar Dierenwelzijn Bas Rodenburg innovatieve methodes ontwikkelen om gedrag en welzijn van pluimvee automatisch te monitoren, bijvoorbeeld met behulp van camera’s. Deze methodes zullen vervolgens in de praktijk worden getest en worden ingezet om dierenwelzijn te verbeteren.”