Langs de Hollandse Waterlinies, over hoe forten en water ons beschermden

Utrecht - We leerden er vluchtig over op school en bij een wandeling of fietstochtje door de provincie komen we ze overal tegen: de forten en sluizen van de Hollandse Waterlinies. Maar wat is het ook alweer dat we zien, zo op die tochtjes door het buitengebied? Waar dienden die forten toe en wat beheerden de sluizen en dammen? Een geschiedenislesje!
De Hollandse Waterlinies
De Nieuwe Hollandse Waterlinie vormt samen met de Stelling van Amsterdam de 'Hollandse Waterlinies'. Sinds twee jaar Unesco Werelderfgoed dat zich uitstrekt van wat vroeger de Zuiderzee was, dwars door de provincie Utrecht tot aan de Biesbosch. Gebouwd om ons land te beschermen met als belangrijkste wapen: water!
Water
Waar water vaak een dreiging was in ons laaggelegen land, is het binnen de Hollandse Waterlinies juist onze medestrijder. Met een lint van aaneengeschakelde rivieren, sluizen, dijken en kanalen konden delen van het land in korte tijd onder water worden gezet. Een grote hindernis voor de vijand.
Een laagje water van een centimeter of 40 tot 60 was een onneembare hindernis. Het lijkt niet zoveel, maar is te diep om normaal in te lopen en te ondiep om te varen. Soldaten moesten in tijden van oorlog in wollen uniformen door het water ploegen. Waar dat al bijna ondoenlijk was voor mensen, werd het helemaal onmogelijk voor paarden en materieel.
Utrecht binnen de linie
Met de Oude Hollandse Waterlinie – de linie die de Republiek der Verenigde Nederlanden beschermde in de 17e en 18e eeuw - werd de stad Utrecht niet beschermd. De gedachte was toen dat het gevaar vooral uit het zuiden kwam. Niet zo gek: de oorlogen die de Nederlanden voerden, waren in die tijd met de Spanjaarden en de Fransen. In de 19e eeuw werd, met de dreiging uit het Oosten, bescherming van de stad Utrecht belangrijker en werd de oude linie vervangen door een nieuwe, waarna Utrecht bínnen de linie kwam te liggen.
De eerste forten rondom Utrecht werden gebouwd vanaf 1816. Forten als de Gagel, Blauwkapel en de Bilt - die allemaal dicht om de stad lagen - moesten belangrijke toegangswegen, spoorlijnen en dijken beschermen. De ontwikkelingen in oorlogsvoering gingen echter zo rap, dat de forten al snel geen goede verdedigingslinie meer vormden, waarna vanaf 1867 een twééde ring forten werd gebouwd. Forten die beter bestand waren tegen geschut en wat verder van de stad lagen. Met onder andere forten Rijnauwen, Vechten, Voordorp en het Hemeltje, werd de verdediging van Utrecht versterkt.
Nieuw leven op de forten
Tegenwoordig hebben bijna alle forten een nieuwe bestemming. Zo kun je zwemmen bij fort Ruigenhoek, eten in Fort de Gagel, is Fort bij Rijnauwen een lustoord voor de natuur en staan er tentjes op camping Fort aan de Klop.