Studentenvakbond: energietoeslag te laag en te weinig studenten hebben er recht op

De energietoeslag komt dit jaar uit op maximaal 1300 euro voor huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum, maakte het kabinet vandaag bekend. Uitwonende studenten met een aanvullende beurs moeten het met minder doen, zij krijgen 400 euro.

Afgelopen jaar stapten meerdere uitwonende studenten naar de rechter omdat zij geen energietoeslag kregen. Die zaken werden gewonnen, de rechters oordeelden dat er ten onrechte onderscheid werd gemaakt tussen studenten en anderen. Maar die uitspraken golden alleen voor de studenten die de zaken hadden aangespannen, het kabinet bleef bij zijn besluit dat studenten geen energietoeslag kregen.

Door nu wel een energietoeslag beschikbaar te stellen aan studenten wil het kabinet gehoor geven aan deze rechterlijke uitspraken. Maar LSVb-voorzitter Elisa Weehuizen is niet te spreken over het bedrag van 400 euro. "Het is een beetje uit de lucht geplukt. Gezien de financiële situatie van studenten, vooral als zij zelfstandig wonen, is het niet genoeg. Het moet richting het bedrag voor alle minima, 1300 euro."

Ook krijgen studenten die langer over hun studie doen en dus geen recht meer hebben op de prestatiebeurs, geen energietoeslag. Dat noemt Weehuizen "een heel groot pijnpunt." Van de 800.000 studenten in Nederland komen ongeveer 100.000 uiteindelijk in aanmerking voor de toeslag, heeft de LSVb berekend. Weehuizen: "Er is geen legitieme reden waarom bij studenten strenger wordt getoetst dan bij andere minima. We hebben vaak genoeg op de deur geklopt, en dan komen ze hier mee aan. Extreem kwalijk."

De Utrechtse wethouder Linda Voortman is wel blij met de energietoeslag voor studenten, zegt ze tegen RTV Utrecht. "Het Rijk neemt met dit voorstel zijn verantwoordelijkheid en ondersteunt studenten in kwetsbare situatie. Daar hebben wij ons het afgelopen jaar enorm voor ingezet met diverse lobbybrieven en gesprekken met het ministerie. Blij dat het kabinet hiermee erkent dat dit probleem landelijk aangepakt moet worden. Ondertussen blijven wij als gemeente studenten in schrijnende situaties helpen."

Studentenvakbondsvoorzitter Weehuizen klaagt juist over de manier van werken van het ministerie: "We hebben meerdere keren aangeklopt om te praten, maar het ministerie heeft lang geweigerd in gesprek te gaan. Dat is niet hoe een democratisch proces hoort te gaan. Het ministerie neemt de situatie van studenten niet serieus. In extreme gevallen hebben studenten afgelopen winter in de kou gezeten, en sommige studenten hebben de studie zelfs moeten stoppen omdat ze niet rondkwamen. Dat is een grote inbreuk op de toegankelijkheid van het onderwijs in Nederland."