Bijensterfte in Utrecht het hoogst van alle provincies: 'Het is leeg in de lucht'

© Pixabay
Utrecht - Het gaat slecht met de bij in de provincie Utrecht. Met een percentage van 41,6 procent hebben in onze provincie de minste bijen de winter overleefd. Het landelijke gemiddelde (25,6 procent) is lager, maar ook dit cijfer is nog steeds zorgwekkend voor de insecten. Er is op landelijk niveau sprake van de hoogste wintersterfte sinds 2010, blijkt uit onderzoek van de Wageningen University.
Onderzoeker Harmen Hendriksma kan geen duidelijke reden aanwijzen voor de hoge bijensterfte in Utrecht. Wel kan hij een landelijk beeld schetsen. Dat de bijensterfte in Nederland zo hoog is, komt volgens hem door de varroamijt en bijbehorende virussen. Ook spelen het voedselaanbod in de omgeving en de weersomstandigheden een rol. Daarnaast schrijven hij en zijn mede-onderzoekers dat onbekende of incidentele factoren onderzoek verdienen.
Imker Sonne Copijn uit Groenekan denkt dat de massale sterfte van bijen en andere insecten komt door iets waar de onderzoekers in Wageningen nu nog niet over publiceren. "De varroamijt is een factor, maar is alleen een bedreiging voor de honingbij. Ik zie dat het leeg is in de lucht. Ook de hommels, wilde bijen en zweefvliegen zijn verdwenen. Vroeger zat je auto eronder als je door natuur reed, nu is-ie brandschoon. Er is iets veel groters aan de hand in de lucht."
Copijn zag in maart dat er elf van haar dertien bijenvolken overleden waren, terwijl een aantal van deze volken in januari nog wel leefden. Zij was als oprichter van Bee Foundation betrokken bij een ander onderzoek. Ook daaruit bleek dat Utrecht en Zuid-Holland de twijfelachtige eer hadden om in de top van de ranglijst, op het gebied van bijensterfte, te staan. "Hoe westelijker je komt, hoe meer bijensterfte."
Hendriksma vindt het moeilijk om de vinger erachter te krijgen hoe dit kan. "Landbouwgif kan meespelen, maar Utrecht is ook niet een typische landbouwprovincie. Ook denk ik dat urbanisatiegraad niet per se doorslaggevend hoeft te zijn. Bijen doen het over het algemeen beter in de verstedelijkte gebieden."
De cocktail van landbouwgif kan volgens Copijn een probleem zijn, voor het hele land. "Je hebt natuurlijk regels op het gebied van gif, maar er wordt niet gekeken naar het samenspel tussen de soorten gif. We moeten uitzoomen en ons niet blindstaren op de varroamijt of andere dingen die al tientallen jaren bekend zijn. Kijk naar bijvoorbeeld luchtkwaliteit, klimaatverandering of desnoods naar de gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor de lucht."
"Ik weet ook niet waar het precies aan ligt, maar het is een feit dat insecten en zweefvliegen uit de lucht vallen. Er klopt iets niet. We hebben als mens iets gecreëerd wat funest is voor de natuur. We hebben wel artificial intelligence, maar hebben juist nu natural intelligence meer nodig dan ooit. ", vervolgt Copijn.

Andere factoren onderzoeken

Aan dit soort uitspraken wil Hendriksma zich niet wagen. "We gaan de andere factoren onderzoeken." Hij verwijst nog naar het jaar 2010, toen de bijensterfte in Nederland dus ook hoog was. "In 2010 bleek een Belgische voerleverancier vervuild suikerwater te hebben geleverd. Dat verklaarde toen zes procent van de stijging.”
De wetenschappers zegt dat het beeld wat betreft de provincies van jaar tot jaar kan verschillen. Hij wijst nadrukkelijk op het belang van de imker. "Als imkers ervoor zorgen dat bijen met voldoende voedsel de winter in gaan, dan is er minder sterfte. Imkers kunnen door cursussen meer fingerspitzengefühl krijgen, waardoor het beter zal gaan met de bijen."
En dat is belangrijk volgens Hendriksma en Copijn. De imker maakt duidelijk dat bijen belangrijk zijn voor de biodiversiteit en de gezondheid van mensen. "Bijen bestuiven meer dan 85 procent van alle planten. Ook fruit, groente en noten worden door bijen bestoven." Daarom baalt ze van de staat van de huidige staat van de insectenwereld. "De motor van de natuur staat stil."
Nederland telt ruim elfduizend bijenhouders. De resultaten zijn gebaseerd op een enquête onder 2779 bijenhouders. 1075 van hen verloren geen volken, terwijl 280 imkers alle bijenvolken kwijtraakten afgelopen winter.