Ineens zijn 'commerciële bedelaars' terug in Utrecht, discussie over bedelverbod weer van stal

© RTV Utrecht / Marc van Rossum du Chattel
Utrecht - Groezelige kleding, een kleedje met een dekentje, een koffiebekertje voor kleingeld en een kartonnen bord met de tekst: 'I'm hungry'. Steeds op dezelfde plek, steeds hetzelfde bord, alleen wíe er op datzelfde kleedje om geld vraagt verschilt van dag tot dag. Ineens poppen zogenaamde commerciële bedelaars weer op in het Utrechtse straatbeeld. En dat zorgt voor ergernis.
Als het aan de Utrechtse VVD ligt, wordt de discussie over een bedelverbod opnieuw gevoerd. De partij gaat er weer vragen over stellen, laat raadslid Tess Meerding aan RTV Utrecht weten. De kwestie is niet nieuw, Oost-Europese 'bedelbendes' waren in 2017 en in 2019 ook al onderwerp van gesprek in de stad. Een bedelverbod kwam er niet, want een meerderheid in de raad vond dat je daar het probleem alleen maar mee verschuift. De meeste partijen zagen meer in het aanpakken van de criminelen achter de georganiseerde groepen.
Dat de VVD in Utrecht de discussie over een bedelverbod weer wil voeren heeft alles te maken met de recente overlast rondom het park bij het Lucasbolwerk. Er is daar veel overlast en drugsgebruik op straat. "Afgelopen week sprak ik ondernemers, die aangaven een bedelverbod ook daar als hulpmiddel te zien", zegt Meerding. "Zo is het ook weer op mijn radar gekomen. In het kader van de problematiek daar zou ik zo'n verbod nog steeds graag zien in de stad. Wij pleiten voor een verbod op hinderlijk bedelen."

Fleecedekentje

Op pak 'm beet 50 meter van elkaar zitten ze op het Vredenburgplein, twee mannen uit Roemenië. Allebei hebben ze een kartonnen bord naast zich waarop met stift staat geschreven dat ze honger hebben, dakloos zijn. Onder zijn fleecedekentje scrolt een van hen door zijn telefoon, tot hij onze aanwezigheid opmerkt. Hij is dakloos, zegt hij, en slaapt op straat, hier op het Vredenburgplein. Hoewel ze een stuk uit elkaar zitten, horen ze wel bij elkaar. "Yes, he is my friend", bevestigt een van hen.
© RTV Utrecht / Marc van Rossum du Chattel
Hinderlijk bedelen doen de twee op het Vredenburgplein in ieder geval niet. Sommige bedelaars gaan verder. Tom Broekman, ondernemer en bestuurslid bij Centrum Management Utrecht ergert zich er al jaren groen en geel aan. "Sommigen veinzen een gebrek, ze doen bijvoorbeeld of ze slecht ter been zijn. Járen geleden al heb ik een foto gemaakt van een vrouw die in een rolstoel om geld zat te bedelen. Aan het einde van de dag liep ze zo achter die rolstoel de stad uit. En een halfjaar geleden stond ik te tanken op de A2 tussen Utrecht en Breukelen. Daar kwam ik diezelfde groep tegen. Ze haalden allemaal lekkere hapjes uit de pompwinkel."
Het is hem ook opgevallen dat deze Oost-Europese bedelaars de laatste tijd weer veel te zien zijn. "Dat heeft te maken met het weer. Hoe warmer het wordt, des te zichtbaarder ze zijn. Maar ze zijn nooit weggeweest hoor. Want de gemeente vindt het wel prima zo."

De gemeente laat weten dat er dit jaar 28 meldingen binnen zijn gekomen over bedelen. Deze meldingen komen voornamelijk uit de Binnenstad (13). De gemeente benadrukt dat bedelen niet verboden is, maar dat er soms wel wordt opgetreden:

"Bedelen is in Utrecht niet verboden: in 2010 besloot de toenmalige Utrechtse gemeenteraad om het bedelverbod uit de algemene plaatselijke verordening (APV) te verwijderen en ook meer recent heeft de vorige gemeenteraad gezegd dat er geen nieuw bedelverbod moet komen. Dat betekent dat we niet op bedelen kunnen handhaven. We kunnen wél handhaven op hinderlijk gedrag dat daar eventueel mee gepaard gaat, denk bijvoorbeeld aan onnodig opdringen, achternalopen en/of schreeuwen. Daarnaast zijn politie en Boa’s alert op zorgsignalen en verwijzen ze, als ze die signalen constateren, door naar de juiste zorginstanties."

Het is een weinig gastvrije aanblik, vindt hij. En nuanceert gelijk: "Dit is iets heel anders dan de dakloze mensen die natuurlijk ook in Utrecht leven. Daar heb ik alle begrip voor, en als Centrum Management Utrecht helpen wij hen ook, onder meer door Straatnieuws te steunen."

Sint Maarten

Ferdinand van der Velde werkt bij het Leger des Heils. Het zal deels beroepsdeformatie zijn, maar het was hem zelf ook al opgevallen dat de zogeheten commerciële bedelaars weer zichtbaarder zijn in de stad. "Het is niet per se iets wat ik veel terughoor van onze veldwerkers, maar ik heb het wel gezien ja. Deze groepen komen af en aan terug, het zijn mensen die vaak weer hier en dan weer daar worden ingezet. Ze trekken meestal door heel Europa."
Hoewel Van de Velde de irritatie rondom deze vorm van bedelen begrijpt, kan het volgens hem dakloosheid soms juist zichtbaarder maken. "Afgelopen weekend kwam er iemand als vrijwilliger bij mij werken vanwege een bedelaar. Hij wilde iets doen. Ik heb hem uiteindelijk verteld dat het verhaal van die dakloze niet klopte. Maar het levert dus soms ook iets positiefs op", lacht hij.
Toch snapt hij de irritatie die ondernemers als Broekman bij dit onderwerp hebben. "Het is heel vervelend als iemand veinst dat hij geen been heeft. Ze maken dan misbruik van mensen. Maar ik wil ervoor waken om alle daklozen over een kam te scheren. Daarom vinden wij het bij het Leger des Heils ook zo belangrijk dat we weten met wie we te maken hebben in de stad. Alleen zo kun je gerichte hulp bieden."
Maar verbieden past niet bij Utrecht, vindt hij. "Op de Domtoren staat nota bene een bedelaar, Sint Maarten gaf zijn jas aan een bedelaar. En ieder jaar op 11 november stuur ik mijn kinderen uit bedelen. Je zou dus kunnen stellen dat bedelen iets typisch Utrechts is."
© RTV Utrecht / Marc van Rossum du Chattel