Vleutense kaasboer Veldhuijzen 'blij, maar niet euforisch' met jaar extra jaar op vaste plek

© RTV Utrecht / Jordi de Jong
Vleuten - Kaasboer Alexander Veldhuijzen is "niet euforisch, maar wel een beetje blij" na het nieuws dat hij in ieder geval een jaar langer op vrijdag op zijn vaste plek in Vleuten mag blijven staan. "Ik ben blij dat het opgeschoven wordt, maar ik had erop gehoopt dat de gemeente ons een termijn van tien of twaalf jaar had gegeven."
De Utrechtse wethouder Susanne Schilderman (D66) maakte gisteren in een vergadering bekend dat standplaatshouders in Utrecht tot 2025 op hun huidige plek mogen blijven staan. Het oorspronkelijke plan was om de plaatsen waar bloemen, vis, kaas en dergelijke verkocht worden, per 1 januari 2024 te verloten. Deze plannen kwamen voort uit Europese wetgeving, die voorschrijft dat ook nieuwkomers recht op de plekken hebben.
De plannen stuitten op veel verzet, waardoor er nu een jaar 'ademruimte' wordt gecreëerd. Veldhuijzen merkt dat ook raadsleden worstelen met de plannen. "Ze zien wat voor verschrikkelijke impact dit heeft op ondernemers."
Hij neemt de coalitiepartijen ook niet heel veel kwalijk, omdat zij de juridische dichtgetimmerd wil krijgen. "Je ziet dat niemand blij is met dit onhandige plan. Die regels zijn in Brussel uitgebroed, maar moeten op het grondvlak in werking treden. Dat is een onmogelijke opgave. De regels zijn te ver van ons bed gemaakt."
Volgens de huidige plannen zal de toewijzing van plekken op basis van criteria zijn en niet door loting tot stand komen. Dat stemt Veldhuijzen wel tevreden, omdat hij loten wel erg willekeurig vindt. "Dat voelt iedereen aan."
De kaasboer vindt dat de bevolking een belangrijke stem moet krijgen bij het formeren van de criteria. "Ik sta bijvoorbeeld al dertig jaar in Vleuten. Iedereen is eraan gewend dat er een kaasboer op vrijdag staat en een notenboer op donderdag. Laat inwoners via bijvoorbeeld een site stemmen."

'Kou nog niet uit de lucht'

Maar zover is het nog niet. Veldhuijzen hoort van zijn collega's dat "de kou nog niet uit de lucht is" en dat er nog steeds gehoopt wordt op een termijn van tien of twaalf jaar. Hij kijkt met enige jaloezie naar zijn collega's in Hilversum, waar de vergunning met twintig jaar is verlengd. "Bij ons blijft de onzekerheid."
Die onzekerheid is de ondernemer niet in de koude kleren gaan zitten. Veldhuijzen spreekt van slapeloze nachten. Dit komt mede doordat hij meerdere personeelsleden heeft en het vinden van een nieuwe plek moeilijk is. "Als ik geen nieuwe plek kan vinden, dan verliezen mijn werknemers hun baan. Boeren worden uitgekocht, maar voor ons is niets geregeld. Dat voelt onrechtvaardig."
Veldhuijzen benadrukt dat hij het liefst wil blijven ondernemen. "Ik zit niet te wachten op een zak geld."