Een ongrijpbare groep vrije vogels: de 17e eeuwse kunstenaarsgroep Bentvueghels nu in het Centraal Museum

Ontgroening van een nieuwe Bent
Ontgroening van een nieuwe Bent © Rijksmuseum Amsterdam
Utrecht - Vrije vogels. Zo zagen de leden van kunstenaarsgroep Bentvueghels zichzelf. Deze veelal jonge kunstenaar trokken in de 17e eeuw vanuit heel Nederland naar Rome. Een groot deel van de groep kwam uit Utrecht. Ver van huis vonden ze elkaar in hun liefde voor het goede leven en kunst. Ze dronken, vrijden en vierden feest, terwijl er ondertussen keihard gewerkt werd en ze onderling inspiratie vonden. Hun werk is nu te zien in het Centraal Museum in Utrecht.
de 17e eeuwse kunstenaarsgroep Bentvuegels nu in het Centraal Museum
"Ze spraken natuurlijk een gemeenschappelijke taal, ze zochten steun bij elkaar, woonden bij elkaar in huis, schilderden en tekenden met elkaar en maakten veel plezier. De naam verwijst naar een bende, vogels van diverse pluimage", vertelt conservator Liesbeth Helmus.

Ontgroening

Als je als kunstenaar lid wilde worden van de Bentvueghels, kreeg je tijdens de ontgroening een Bentnaam. "Soms zijn ze heel grappig, soms zijn ze totaal onbegrijpelijk, soms zijn het vertalingen van hun eigen naam. Als je hem niet leuk vond had je pech gehad", vertelt Helmus. De Bentnaam kon je niet kiezen, het waren namen als Vogelverschrikker, Biervlieg of Botterkul. De Utrechtse schilder Cornilis Poelenburgh heette bijvoorbeeld Satier.
"Ze maakten een tableau vivant, een levend schilderij, met vaak Bacchus in de hoofdrol. Bacchus was hun grote held. De nieuwe Bent werd ernstig toegesproken door de veldpaap. Dat was een van de Bentvueghels die zich verkleed had, en die rol wisselde ook. Hij ging het nieuwe lid, het groentje, heel serieus toespreken en de regels van de kunst uitleggen. Daarna werd de nieuwe Bent toegezongen door de broeders en dat lied eindigde met Viva Viva en de Bentnaam die het nieuwe lid toegewezen kreeg."
Schilderij door Jan Baptist Weenix, alias Ratel
Schilderij door Jan Baptist Weenix, alias Ratel © Rijksmuseum Amsterdam
Het ritueel eindigde altijd met een groot, uitbundig diner, dat betaald moest worden door de nieuwe Bent. Na het diner, om middernacht, gingen ze in een optocht naar de Santa Constanzakerk. Daar brachten ze een wijnoffer bij de sarcofaag waarvan ze dachten dat die van Bacchus was. "Op de muren van de kerk schreven ze hun naam, hun alias en het jaartal. Dit is een belangrijke bron om te weten wie er lid was van de Bentvueghels."

Graffiti

De Bentvueghels hadden hun eigen plek in Rome, waarschijnlijk een soort achterkamer van een kroeg. "Het is typisch voor de Bentvueghels dat ze een tekening maakten op de muur. Ze deden aan graffiti en tekenden onder andere portretten op de muur. We weten ook dat de muren een keer per jaar weer witgekalkt werden."
Detail van een stilleven van de Utrechtse schilder Adriaen Honich
Detail van een stilleven van de Utrechtse schilder Adriaen Honich © Galerie J. Kugel
Het werk van de schilders was totaal verschillend. Ze maakten landschappen, stillevens, volkse taferelen, portretten, alles komt voorbij. Het was een hele diverse groep. "Wat hun bond waren de kunsten. Maar wat ze dus ook deden was plezier maken, elkaar op de hak nemen en ook een beetje ondermijnend gedrag richting de Academia de San Luca, die vonden dat ze lid moesten worden van de academie en daar ook voor moesten betalen. En dat deden ze niet. Dat konden ze zo doen omdat het een ongrijpbare groep was. Ze hadden geen statuten of ledenlijsten. Ze waren moeilijk te pakken door de Romeinse autoriteiten."
Portretten van Bentleden met hun eigen naam en Bentnaam
Portretten van Bentleden met hun eigen naam en Bentnaam © Hamburger Kunsthalle
Tegen het einde van de 17de eeuw kwamen er steeds minder Nederlandse kunstenaars naar Rome. Bovendien werden nachtelijke feestpartijen buiten de carnavalstijd door een decreet van paus Clemens verboden. Die twee dingen samen betekende het einde van de Bentvueghels.
Ze komen nu nog één keer samen in het Centraal Museum in Utrecht. Daar zijn werken van hun hand tot en met 4 juni 2023 te zien.

Dit verhaal komt uit het programma Route C, het cultuurprogramma van RTV Utrecht. De eerste uitzending is elke donderdag rond 13.00 uur en het programma wordt daarna elk uur herhaald.