Ouders Vleutense tweeling verdacht van zware kindermishandeling, vader ook van poging tot doodslag

Een 50-jarige man en zijn 36-jarige vrouw worden door het OM verdacht van zware mishandeling van hun twee maanden oude tweeling, tussen 10 maart en 17 mei 2019. Bij de baby's werden destijds meerdere botbreuken en bloeduitstortingen vastgesteld. De vader wordt daarnaast verdacht van poging tot doodslag, omdat hij bij een van zijn dochters billendoekjes in haar mond zou hebben geduwd. Daardoor zou zuurstoftekort in de hersenen van het kind zijn ontstaan.

De twee verdachten, die alle beschuldigingen ontkennen, waren vandaag met hun advocaat aanwezig in de Utrechtse rechtbank. In een voorbereidende zitting werden veel vragen doorgenomen waarover deskundigen over drie maanden in de rechtszaal hun mening moeten geven.

Bij een van de meisjes werd vier jaar geleden hersenletsel vastgesteld. Ook had ze een gebroken arm en been en bloeduitstortingen. Volgens de officier van justitie moet dat zijn veroorzaakt door het kindje met kracht vast te pakken, te stoten en krachtig heen en weer te schudden. Ook zou de baby aan haar armen omhoog zijn getrokken en met een dubbelgeklapt beentje in een kinderzitje zijn geduwd.

Het andere meisje had gebroken scheenbenen en een gebroken middenhandsbeentje. Ook zij had meerdere bloeduitstortingen. Volgens het OM moeten die verwondingen op dezelfde manier zijn ontstaan als die bij haar zusje. Ook zouden de meisjes verwondingen hebben opgelopen toen zij door hun ouders met hoge snelheid in een fietskar werden vervoerd.

Het is nog onduidelijk hoe de vermeende mishandelingen vier jaar geleden aan het licht zijn gekomen en waarom de ouders daar nu pas voor terecht staan. Volgens de officier van justitie sluiten deskundigen in elk geval uit dat de verwondingen van de baby's een medische oorzaak hadden. Dan blijft over dat het door een ongeluk moet zijn gebeurd of door iemand is toegebracht, betoogde de officier.

De ouders van de meisjes zeggen dat zij destijds volkomen verrast waren door de verwondingen die bij hun dochters werden vastgesteld. Zij ontkennen stellig dat zij hun dochters hebben mishandeld en zouden wanhopig op zoek zijn gegaan naar mogelijke verklaringen. Zo zou het letsel veroorzaakt kunnen tijdens meerdere, soms lange, fietstochten. Zij zaten zij in een Maxi-Cosi in de fietskar, het gehobbel zou een mogelijke oorzaak kunnen zijn. "Er kan best een een beentje dubbel hebben gezeten, maar daar werd dan geen kik op gegeven", zei de moeder. "Op het moment dat zoiets gebeurd zou zijn, dan zouden ze toch gehuild hebben", voegde de vader daaraan toe.

Ook zouden de baby's volgens de ouders in de box met hun hoofdjes tegen elkaar kunnen zijn gebotst en bij douchen iets te stevig tegen de borst zijn gedrukt. Volgens OM passen de verklaringen van de ouders niet bij het letsel van de baby's. De verdediging wil daarom dat deskundigen ook beoordelen of de opeenstapeling van deze gebeurtenissen tot het letsel hebben geleid.

Volgens de moeder hebben zij en haar partner hun best gedaan om alle mogelijk bewijsstukken aan te leveren. Zo hebben zij op een rij gezet waar, wanneer en hoe lang zij met de baby's fietsten. Zij gaven zelfs door welke kleding de kindjes toen droegen. De ouders maakten met poppen een soort reconstructie van een rit in de fietskar. Daar maakten ze zelf een "amateuristisch filmpje" van. Maar volgens de moeder had het OM door forensisch deskundigen een professionele reconstructie moeten laten maken. Daar was volgens haar ruimschoots de gelegenheid voor, omdat de kar twee jaar lang werd afgestaan voor onderzoek.

De vrouw werd emotioneel toen ze vertelde hoe het er destijds in het ziekenhuis aan toeging bij het maken van röntgenfoto's van de baby's. Als ouders mochten zij daar niet bij zijn en de kinderen zouden zich hevig hebben verzet. Door het verzet van de baby's bij het radiologisch onderzoek waren er volgens moeder meerdere volwassen nodig om haar dochters "in de juiste houding voor de plaat te krijgen."

De verwondingen van de kinderen herstelden destijds binnen zes weken en de kinderen zouden er geen blijvende gevolgen aan hebben overgehouden. "We hebben twee kerngezonde, gelukkige meisjes thuis, die huppelend door het leven gaan", zei de moeder tegen de rechters. "Er zijn geen zorgen over hun gezondheid bij de huisarts en instellingen waar het gezin mee te maken heeft", voegde haar advocaat daar aan toe. "Het zijn vrolijke kinderen die inmiddels naar de basisschool gaan."

Op 22 mei wordt de zaak door de Utrechtse rechtbank inhoudelijk behandeld. Daar wordt dan de hele dag voor uitgetrokken. Het oordeel van meerdere deskundigen wordt tijdens die zitting ook uitgebreid besproken. De officier van justitie komt daarna met een strafeis.