Machteloos maar hoopvol kijken Oekraïners terug op oorlogsjaar: 'Alsof je schreeuwt maar niemand je hoort'

© RTV Utrecht / Jasper Witte
Utrecht - Een einde aan de oorlog. Dat is wat de meeste Oekraïners het liefst willen. Vandaag is het precies een jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. Dat wordt vandaag herdacht, onder meer in de Domkerk en de Jaarbeurs in Utrecht.
"Laten we bidden dat er eindelijk vrede komt." Met die woorden eindigde predikant Willem Roskam vanmorgen zijn verhaal. Tijdens de kerkdienst in de Domkerk ging het veel over hoop. Hoop dat de oorlog snel voorbij zal zijn, dat er niet nog meer slachtoffers vallen en dat de Oekraïense vluchtelingen die sinds vorig jaar in Nederland verblijven weer terug naar huis kunnen.

Bekende route

Geheel in lijn met de dienst, vertrok direct na afloop The Walk of Hope: een tocht van de Domkerk naar de Jaarbeurs. Een bekende route voor veel Oekraïense vluchtelingen, want de Jaarbeurs was vorig jaar voor duizenden vluchtelingen de eerste plek in Nederland waar zij verbleven. Bij aankomst liepen zij van Utrecht Centraal richting de tijdelijke opvang.
In de Jaarbeurs in Utrecht kwamen vandaag zo'n vijfduizend Oekraïense vluchtelingen en Nederlanders die hen hebben gesteund samen om 1 jaar oorlog te herdenken.
Bij die Jaarbeurs is vandaag een programma voor zo'n vijfduizend vluchtelingen uit Oekraïne en Nederlanders die hen hebben gesteund. Er is ruimte voor ontmoetingen en om stil te staan bij de oorlog. Eén van de bezoekers is de Oekraïense Sofia. Pijnlijk noemt ze deze dag. "Je wil schreeuwen maar niemand kan je horen. En zelfs als iemand je hoort, verandert de situatie niet. Het liefst wil ik dat ons buurland niet meer bestaat en dat wij ons vrij en onafhankelijk voelen."
De bijeenkomst maakt veel los en er vloeien veel tranen voor de verliezen, de onmacht, het verdriet en de woede. Maar de gemeenschap weet elkaar ook te vinden en te steunen. Overal praten bezoekers en delen zij ervaringen. Er wordt ook dankbaarheid uitgesproken over de manier waarop Oekraïners in Nederland zijn opgevangen. Maar liever zijn ze thuis in Oekraïne. Het is volgens Sofia belangrijk dat mensen hun steun uit blijven spreken voor Oekraïne. "Dat hebben we nodig. Slechts 2000 kilometer hier vandaan sterven nog iedere dag mensen."

Alle mensen huilen

Burgemeester Sharon Dijksma opende samen met de Oekraïense ambassadeur het evenement en was met name onder de indruk van een videoboodschap van president Volodymyr Zelensky. "Daar zag je echt het verdriet. Wij konden het niet verstaan, want er was nog geen ondertiteling. Maar eigenlijk zag je alle mensen om ons heen huilen en dat doet mij wel wat."
De Jaarbeurs was voor veel mensen vorig jaar slechts een tussenstop. Vanuit daar verspreidden Oekraïners zich over de rest van de regio. Zij gingen bijvoorbeeld naar Woudenberg, waar het afgelopen jaar bijna tweehonderd vluchtelingen zijn opgevangen. Burgemeester Magda Jansen-van Harten is nog altijd trots dat haar gemeente zo te hulp is geschoten.
"Al hoopten we vorig jaar natuurlijk vooral dat het snel voorbij zou zijn. Maar nu, een jaar verder, hebben we nog steeds niet het perspectief dat het snel voorbij gaat zijn.
Als de bereidwilligheid zo groot is, dat geeft ook wel vleugels
Magda Jansen-van Harten, burgemeester Woudenberg
Ze herinnert zich nog goed hoe snel de opvang voor Oekraïners vorig jaar op gang kwam in Woudenberg. "Er bleken al best veel connecties met Oekraïne te zijn", vertelt ze. "Een aantal Woudenbergers had zich verenigd om mensen op te gaan halen bij de Poolse grens. Zij hadden ook zelf particuliere opvang geregeld bij mensen thuis en zijn toen met een bus vertrokken.
Voor Jansen-van Harten was het destijds vooral belangrijk dat ze steun voelde vanuit de gemeenteraad en de samenleving. "Als de bereidwilligheid zo groot is, dat geeft ook wel vleugels", legt ze uit. Voor die steun is ze de Woudenbergers dan ook dankbaar. "Er is zoveel gedaan en er gebeurt nog steeds zo ontzettend veel. Dat is heel mooi. Al hoop ik nog steeds vurig dat de mensen snel weer naar huis kunnen."

Nederlandse les

Bij die duizenden Oekraïners die naar Nederland zijn gevlucht, zaten ook veel kinderen. Juf Janine van Dijke uit Montfoort spreekt zelf Oekraïens en geeft les aan een aantal kinderen uit dat land. Ook zij geven aan graag terug te willen naar huis. "Maar tot die tijd leren we graag Nederlands", vertaalt Van Dijke voor één van de kinderen. "En Engels. Want daar hebben we later meer aan."
© RTV Utrecht / Robert Jan Booij
Van Dijke verwacht echter niet dat de lessen al snel zullen stoppen. "De oorlog is helaas nog niet voorbij. Hoe lang weten we nog niet, maar zolang het kan gaan we door met les geven aan deze kinderen. Dat is voor hen heel belangrijk.
De oorlog doet mij sterk denken aan een andere oorlog, de Sovjet-Afghaanse oorlog van de jaren '80. Die duurde in totaal ook ongeveer 10 jaar.
Gertjan Plets, cultuurhistoricus en antropoloog Universiteit Utrecht
Cultuurhistoricus en antropoloog Gertjan Plets van de Universiteit Utrecht verwacht niet dat de oorlog binnenkort al tot een einde komt. "De oorlog doet mij sterk denken aan een andere oorlog, de Sovjet-Afghaanse oorlog van de jaren tachtig. Die heeft ook rond de 5 à 6 jaar intens geduurd en ongeveer 10 jaar in totaal."
Die geluiden hoort hij ook van mensen uit Rusland zelf, vooral van minderheden die gevlucht zijn. "Ook zij denken dat het nog heel lang gaat duren. En zij koppelen het vaak aan het einde van Poetin", doelt hij op het feit dat de Russische president zich niet zal terugtrekken uit Oekraïne zolang hij aan de macht blijft. "Ik hoor van mensen dat zij denken dat het nog zeker een decennium kan duren."