Wat doen we als een snelheidsduivel een politieagent blijkt te zijn?

© Bewerking: RTV Utrecht
Utrecht - Moeten politieagenten zich aan de verkeersregels houden als er geen spoed is? Diverse agenten vinden zelf van niet. En een aantal recente incidenten wijzen erop dat het bij de leiding van de politie Midden-Nederland en het Openbaar Ministerie geen prioriteit heeft om agenten die ernstige verkeersovertredingen begaan te corrigeren.
RTV Utrecht heeft in het verleden over meerdere zaken bericht. Zo blijken agenten die met hun auto op weg zijn naar het hoofdbureau op het Paardenveld regelmatig een kortere route te kiezen over een fietspad. Ook racete een motoragent met 100 kilometer per uur door een gebied waar je slechts 30 mag (zie kadertekst).
Een recent voorval draait om een politieagent die zonder dringende reden, met een zeer hoge snelheid door Overvecht rijdt. Die zaak werd aangezwengeld door RTV Utrecht-verslagever Marc van Rossum du Chattel. Hij stoorde zich aan het feit dat de agent zonder sirene en zonder zwaailicht, met 125 kilometer per uur door een 50 kilometer-zone racete.

Geen rol

Hij meldde de situatie bij het OM. Maar de Utrechtse hoofdofficier van justitie vindt dat het Openbaar Ministerie geen rol heeft bij het corrigeren van politieagenten die de verkeersregels grof overtreden. Het OM vindt het primair een interne zaak van de politie om te beoordelen of een agent ernstig in de fout gaat. En de politie Midden-Nederland vindt grove verkeersovertredingen de verantwoordelijkheid van de agent zelf, en noodzakelijk voor het creëren van een veilige samenleving.
Joep Lindeman is universitair hoofddocent strafrecht aan de Universiteit Utrecht. Hij heeft in het verleden in de klachtencommissie van de politie gezeten. Hij is helder over het gedrag van agenten: “Natuurlijk moeten ook politieagenten zich aan de wet houden.” De agent in kwestie werd gevraagd om te kijken of iemand lachgas gebruikt. De jurist vraagt zich af of een melding van lachgasgebruik het rechtvaardigt om met zo’n hoge snelheid door een woonwijk te rijden, en daarbij andere weggebruikers potentieel in ernstig gevaar te brengen. “Een overschrijding van de maximumsnelheid met meer dan 50 kilometer per uur is een flink strafbaar feit en geen alledaagse overtreding.”

Onacceptabel

GroenLinks-raadslid Mahaar Fattal noemt de casus schrijnend en het verkeersgedrag van de agent "onacceptabel". “Politieagenten moeten zich aan de regels houden, misschien nog wel meer dan elk ander persoon. Ze hebben macht over ons en ook een voorbeeldfunctie”, zegt het raadslid. “Dit mag en kan niet gebeuren in Utrecht.” Het raadslid bereidt vragen voor aan de burgemeester. GroenLinks wil weten hoe vaak politieagenten de regels breken en wat Dijksma gaat doen om duidelijk te maken dat dit onacceptabel is.
Hieronder leggen we in detail uit hoe de casus in elkaar steekt, met achtergronden en uitgebreide reacties.
Het gedrag van de hardrijdende agent is te zien in een filmpje dat de politie zelf op Instagram heeft gezet. Het gaat om een actie op 3 maart 2022. De agent wordt gevraagd een auto te controleren, de politie vermoedt dat de bestuurder lachgas gebruikt. Als de politie de bestuurder een stopteken geeft gaat hij er vandoor, en ontstaat een achtervolging.
Het filmpje laat echter veel meer zien. De betreffende agent rijdt al door de Utrechtse wijk Overvecht voordat er sprake is van een achtervolging, ook is er geen sprake van een levensbedreigende of acute situatie. De agent rijdt met een gemiddelde snelheid van 125 kilometer per uur over de Franciscusdreef, een weg waar 50 kilometer per uur is toegestaan. De topsnelheid ligt rond de 130 kilometer per uur. Zonder sirenes of zwaailichten passeert hij kruisingen, waarbij hij geen snelheid mindert. De verkeerslichten op die kruisingen zijn uitgeschakeld.
Tekst gaat door na het filmpje:
Politieagenten hoeven zich bij de uitoefening van hun vak niet aan alle verkeersregels te houden, maar die vrijstelling is niet ongelimiteerd en aan diverse regels gebonden. Zo mogen ze niet harder dan 40 kilometer per uur boven de toegestane maximumsnelheid. Deze agent mocht op de Franciscusdreef onder die vrijstelling maximaal 90 kilometer per uur rijden, en geen 125. Daarnaast moet de agent, volgens de regels, snelheid minderen bij kruisingen zodat hij op tijd kan stoppen voor andere weggebruikers. Ook aan die regel hield hij zich niet.
Van Rossum legt de casus voor aan het Openbaar Ministerie. Die melding wordt doorgestuurd naar de politie, die hem als ‘klacht’ behandelt en doet er vervolgens niets mee. Dat komt volgens de politie omdat de melder niet betrokken is bij de actie van de agent en daarom niet kan klagen over zijn rijgedrag. In een reactie op de melding schrijft de politie: “Uit het filmpje bleek dat er voor overige weggebruikers geen gevaar of hinder ontstond.”
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dit soort rijgedrag de kans op ernstige ongevallen verdriedubbelt (zie kadertekst). De politie zegt contact op te nemen met betreffende agent om de zaak te bespreken.
Tekst loopt door na het kader

Onderzoek naar ongevallen voorrangsvoertuigen

Het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (voorheen het Instituut Fysieke veiligheid) doet jaarlijks een statistisch onderzoek naar ongevallen met voorrangsvoertuigen, zoals politiewagens.

Opvallende zaken in de diverse onderzoeken zijn dat het overschrijden van de snelheid in de brancherichtlijn – zoals de agent in deze casus doet – blijkt samen te hangen met het optreden van meer ernstige ongevallen. In 2022 schrijft het instituut: “Bij ongevallen waarbij de mate van overschrijding van de snelheidslimiet op zijn hoogst 20 kilometer per uur was, zijn relatief weinig gewonden gevallen (25 procent). De ernstiger ongevallen vonden plaats als er ten minste 20 kilometer per uur harder gereden werd dan was voorgeschreven in de brancherichtlijn. Bij 7 van de 9 ongevallen (78 procent) waarbij de snelheidsoverschrijding meer dan 20 kilometer per uur bedroeg, was een gewonde betrokken.” Bij een grotere overschrijding van de brancherichtlijn vallen dus drie keer vaker gewonden.

Kruisingen vergroten de kans dat een politieauto voor ernstig letsel zorgt. Het instituut stelt in diverse jaren vast dat vooral ongevallen op kruispunten een ernstig verloop kenden, met name als het voorrangsvoertuig door rood licht reed. “Het overschrijden van de snelheidsgrens genoemd in de brancherichtlijn en de mate van overschrijding blijken daarbij van grote invloed", staat te lezen in het rapport van 2018. "De meeste ongevallen vonden plaats binnen de bebouwde kom," schrijven de onderzoekers. "Twee derde van de ongevallen vond plaats op een kruispunt. Dit is aanzienlijk meer dan in het reguliere verkeer."

Een opmerkelijk feit is hoe groot het risico is dat politieagenten nemen in hun auto, de onderzoekers schrijven in 2018 dat de kans op een ongeval met een voorrangsvoertuig, afgezet per miljoen gereden uren, 3000 procent (drieduizend procent) hoger is dan in het reguliere verkeer als personenvoertuig.

De politie is in dit geval geen intern onderzoek gestart, en ook in eerdere zaken lijkt dit niet het geval. De politie stelt dat de agent niets fout gedaan heeft. Wetenschapper Lindeman snapt dat die reactie verbazing oproept. “Het lijkt een forse snelheidsovertreding die normaal gesproken strafrechtelijk zou worden afgedaan. De zogenoemde ‘Brancherichtlijn Politie’ verduidelijkt inderdaad dat de politie is vrijgesteld van de verkeersregels, wanneer dat voor de uitvoering van haar taak noodzakelijk is”, zegt de jurist.
“De snelheidsovertreding lijkt echter groter dan binnen die vrijstelling is toegestaan én de politie legt in haar reactie helemaal niet uit wat nu precies de noodzaak van het veel te hard rijden was.” De enkele constatering dat geen gevaar of overlast is veroorzaakt vindt Lindeman onvoldoende.
GroenLinks-raadslid Mahaar Fattal ziet een breder probleem met agenten die de wet overtreden. Dat beperkt zich niet tot verkeersovertredingen. “We zien door het hele land politieagenten die zich soms niet aan de regels houden, bijvoorbeeld bij het hardhandig aanpakken van demonstranten of het toepassen van politiegeweld zonder reden.”
Een overschrijding van de maximumsnelheid met meer dan 50 km/u is een flink strafbaar feit, en geen alledaagse overtreding
Joep Lindeman, universitair hoofddocent strafrecht Universiteit Utrecht
Het OM kan bij het vermoeden van strafbare feiten zelfstandig besluiten dat er een onderzoek moet komen. De hoofdofficier van justitie kan de politie opdragen om een zaak op te pakken. Maar in het geval van politieagenten die de wet of regels overtreden zal hoofdofficier Jeuken dat niet doen, blijkt uit een reactie op de melding. Jeuken vindt dat een grove snelheidsovertreding ver boven de vrijstelling nog steeds aanvaardbaar is. "Wanneer er gebruik wordt gemaakt van deze vrijstelling dan wel ontheffing wordt er door de desbetreffende ambtenaren geen overtreding begaan", zegt Jeuken in een schriftelijke reactie op de melding.
"Uiteraard kan het overtreden van de (voorwaarden verbonden aan) de vrijstelling dan wel ontheffing wel aanleiding zijn voor een intern onderzoek. Dit interne onderzoek wordt zelfstandig uitgevoerd door de afdeling Veiligheid, Integriteit en Klachten van de desbetreffende politie-eenheid." Volgens de hoofdofficier is het OM bij dergelijke interne aangelegenheden van de politie niet betrokken, schrijft hij in zijn brief.
Als agenten de regels of de wet overtreden is het volgens het OM eerst zaak dat de politie daar zelf naar kijkt. Als de politie vindt dat er niets mis is, dan komt het niet bij het OM terecht. En ook als het OM gewezen wordt op een strafbaar feit, zoals een snelheidsoverschrijding van 75 kilometer per uur, wijkt het OM niet af van deze werkwijze, laat een woordvoerder van het OM weten. De politie moet zelf beoordelen of het gedrag ernstig is of niet.
Tekst loopt door na het kader

Politie vaker in de fout

Het is niet de eerste keer dat de Utrechtse politie ter discussie staat met betrekking tot verkeersgedrag. In 2017 reed een motoragent met meer dan 100 kilometer per uur over de Nobelstraat, waar je 30 kilometer per uur mag. Volgens een advocaat had de agent daarvoor vervolgd kunnen worden, maar de politie en het OM deden dat niet.

Vorig jaar maakte de Utrechtse politiek zich boos over agenten die regelmatig over een fietspad in het centrum van de stad rijden, omdat dat een kortere route naar het hoofdbureau is.

En in 2021 reden busjes van de ME bij een klimaatdemonstratie de Utrechtse milieuzone in, terwijl die wagens niet voldoen aan de voorwaarden.

Jurist Lindeman snapt dat de hoofdofficier de zaak eerst door de politie wil laten beoordelen. Het gaat om een vermoeden van een strafbaar feit en daarvan moet een burger nou eenmaal bij de politie aangifte doen, meent Lindeman. Hij kan zich voorstellen dat de politie wellicht zal proberen onder het opnemen van die aangifte uit te komen, ook al zijn zij dat verplicht. “Er is ook een kans dat de politie de eenmaal opgenomen aangifte niet verder in behandeling neemt omdat er andere prioriteiten worden gesteld. Een burger kan op die manier het gevoel krijgen van het kastje naar de muur te worden gestuurd. Afgezien van het indienen van een klacht is daar niet veel aan te doen.”
Lindeman heeft in het verleden onderzoek gedaan waaruit blijkt dat burgers soms ervaren dat het moeilijk is om in contact te komen met de politie bijvoorbeeld als ze menen slachtoffer te zijn van door de politie gebruikt geweld. “Dat probleem dat je lastig contact legt, geldt natuurlijk ook op andere vlakken. De politie wordt door veel mensen beleefd als een niet erg toegankelijke organisatie als het gaat om klachtenbehandeling”, meent de jurist van de UU. “Mensen hebben het idee dat je niet echt kan doordringen tot de politie met het echte verhaal dat je ter sprake wilt brengen. En dat geldt kennelijk ook in dit geval.”
Met een beroep op de Wet open overheid (Woo, voorheen de Wob) zijn alle documenten opgevraagd die betrekking hebben op deze overtreding. De politie beweert dat de zaak is besproken met de agent. Maar niets in de openbare stukken wijst erop dat de klachtenbehandelaar de melding heeft doorgestuurd naar de chef van de agent.
Als zij daarbij risico’s in het verkeer nemen die buiten de brancherichtlijn vallen is dat in beginsel de verantwoordelijkheid van de individuele agent
Wim Hoonhout (woordvoerder politie)
Wel komt een woordvoerder van de politie acht maanden na dato met een verklaring van de agent. In een mail aan RTV Utrecht, die de politie later weer intrekt, staan per abuis twee verschillende versies van de verklaring van de agent. Het lijkt er dus sterk op dat die verklaring grotendeels door de woordvoerder zelf is opgesteld.
Verder blijkt uit de stukken dat geen enkele medewerker van het Openbaar Ministerie, noch van de politie getoetst heeft of er hier sprake is van een overtreding of een strafbaar feit. Er is alleen geoordeeld dat er geen gevaar is geweest. In een reactie op de berichtgeving bevestigt hoofdofficier van justitie Jeuken dat hij niet naar het filmpje gekeken heeft.

Nauwelijks zelfcorrectie

Dat niemand het filmpje en het verkeersgedrag van de agent beoordeelt, verbaast Lindeman niet. Volgens hem is er geen formeel mechanisme of een orgaan binnen de politie dat structureel controleert of collega’s zich aan de verkeersregels houden. “En agenten staan natuurlijk niet te trappelen om een collega op de bon te slingeren. Maar als een politieagent geflitst wordt als hij door rood rijdt, dan krijgt hij ook gewoon een bekeuring.” De jurist breekt wel een lans voor de Nederlandse openbare diensten, zoals de politie: “We mogen onze handen dichtknijpen met de politie in Nederland, een van de minst corrupte in de wereld.”
Wetenschapper Lindeman wijst verder op het imago van de politie. “Als ze zonder enige noodzaak met veel te hoge snelheid door een woonwijk rijden, en ze zijn er nog trots op, want ze zetten het filmpje op Instagram, in de wens om duidelijk te maken dat je krachtig optreedt, en als je dan in de slipstream daarvan de wet aan je laars lapt, wat is dan de boodschap die je wilt overdragen?” zegt hij. Om vervolgens aan te geven dat het gedrag van de agent niet uitzonderlijk is. “We begaan natuurlijk allemaal om de haverklap kleine verkeersovertredingen. En politieagenten zijn ook gewoon mensen die precies doen wat andere mensen ook doen. Dus je moet een beetje coulant zijn.”

Reactie politie en OM

Na vragen van RTV Utrecht, laat een politiewoordvoerder weten dat agenten zich elke dag inzetten om een bijdrage te leveren aan een veilige samenleving. Bij het uitoefenen van die taak is het volgens de politie vanzelfsprekend dat agenten gebruik maken van wettelijke bevoegdheden en ontheffingen die de wet hen geeft. “Als zij daarbij risico’s in het verkeer nemen die buiten de brancherichtlijn vallen is dat in beginsel de verantwoordelijkheid van de individuele agent”, zegt woordvoerder Wim Hoonhout. “Waarbij we uitgaan dat dat plaatsvond in het belang van die veilige samenleving en daar horen soms overtredingen bij.” Hoonhout benadrukt dat de betreffende agent kennis heeft genomen van de melding. In een reactie op die melding stelt de agent ten onrechte dat er op de Franciscusdreef sprake is van een achtervolging. In zijn reactie zegt hij dat tijdens achtervolgingen met hoge snelheid gevaren op de loer liggen. "Hij geeft aan dat hij zich daar altijd bewust van moet zijn en neemt de leerpunten mee voor de toekomst”, zegt Hoonhout.

In een reactie laat het OM nogmaals weten dat de beoordeling van wetsovertredingen van agenten primair een taak is van de politie zelf. De politie heeft daarvoor een afdeling Integriteit (VIK). Zodra de politie een zaak voorlegt aan het OM kan die een strafzaak starten. “Daarmee wordt een VIK-zaak dus een OM-zaak”, zegt de woordvoerder van het OM.