Maarten van Rossem stoort zich aan gebrek aan geschiedeniskennis: 'We gaan slordig met ons verleden om'

© RTV Utrecht / Fiep Herinckx
Utrecht - We weten te weinig over onze eigen geschiedenis. Dat ligt niet aan onszelf maar aan het onderwijs. Dat vindt historicus Maarten van Rossem. Volgens hem is er in het onderwijs te weinig aandacht voor wat er allemaal in onze maatschappij is gebeurd. En dat kan gevolgen hebben voor de ontwikkeling en meningsvorming van mensen. "Het is geen essentiële kennis, maar wel een indicatie dat we slordig omgaan met ons verleden."
Voor de ingang van het Wilhelminapark, waar Van Rossem geregeld een wandeling maakt, beantwoordt hij enkele vragen over de geschiedenis van de regio Utrecht. Hij heeft ze, natuurlijk, allemaal goed. Dezelfde vragen heeft RTV Utrecht gesteld aan enkele reizigers op het Stationsplein bij Utrecht Centraal. Daar had niemand alle antwoorden goed. Zo wist niemand dat de plek waar Nederland dagenlang tegen de Duitsers heeft gevochten in 1940 de Grebbeberg is. "Dat vind ik echt wel raar," zegt Van Rossem.

Leuk, maar ook belangrijk

De vragen die hij kreeg gingen vooral over Utrecht. "Het is voor Utrechters leuk om een beetje een idee te hebben van hoe die stad zich in de loop ter jaren heeft ontwikkeld," vindt Van Rossem. Hij weet meteen allerlei trivia over de stad erbij te vertellen. Dat niet iedereen zich wil verdiepen in elk detail, begrijpt hij. Maar hij is verbaasd dat mensen blijkbaar ook niet nieuwsgierig zijn naar hun eigen leefomgeving.
Ik kan me haast niet voorstellen dat mensen geen interesse hebben in de geschiedenis van de plek waar ze wonen
Maarten van Rossem
Ook als jurylid van het televisieprogramma De Slimste Mens ziet Van Rossem geregeld dat bepaalde historische kennis ontbreekt bij kandidaten. Afgelopen week was het opnieuw raak en laaide de discussie weer op.
Behalve dat hij van mening is dat het leuk is om meer te weten over je eigen omgeving, is het volgens hem goed en belangrijk om in grote lijnen te weten wat er in het verleden is gebeurd. In elk geval ons eigen verleden. Hij noemt het slavernijverleden en de recent aangeboden excuses van de regering daarvoor. "Het is raar dat aan de ene kant het geschiedenisonderwijs afschaalt, maar we wel een omvangrijke maatschappelijke discussie gaan voeren over of wij daar excuses voor moeten aanbieden."
Want we kunnen nog steeds te maken hebben met dingen die vroeger gebeurd zijn, benadrukt Van Rossem. Zoals in het geval van de excuses. "Het is dan wel fijn als je weet waarom we dat eigenlijk doen."

Het onderwijs

Het probleem ligt volgens Van Rossem dus bij het onderwijs. Kortom, hij vindt dat er te weinig aandacht is voor de historie en dat er te weinig geschiedenisonderwijs is. In het huidige bovenbouwsysteem op middelbare scholen kunnen leerlingen op het vmbo al na hun 2e jaar het vak geschiedenis laten vallen. Op de havo en het vwo zijn er twee vakkenpakketten waar geschiedenis geen onderdeel van uitmaakt.
De historicus zou het verstandig vinden als een vorm van historisch onderwijs verplicht zou zijn. Dat zou betekenen dat geschiedenis, net als Nederlands en Engels, een soort kernvak zou worden. "Je kunt het variëren in intensiteit natuurlijk," zegt hij erbij. Hij benadrukt dat het belangrijk is om dat op alle schoolniveaus te doen en ongeacht welk profiel iemand kiest. "Door meer historische kennis, kun je hedendaagse vraagstukken beter begrijpen."