Utrechter die bij burenruzie pistool greep hoeft niet terug naar gevangenis

© Ingezonden
Utrecht - Een 52-jarige Utrechter die afgelopen zomer bij een uit de hand gelopen burenruzie naar een vuurwapen greep, hoeft niet terug naar de gevangenis. Dat besliste de Utrechtse rechtbank vandaag. De man moest zich daar verantwoorden voor het bezit van een geladen pistool en munitie, maar vooral ook voor het bedreigen van een zoon van de bovenburen met het wapen.

Lawaai

Op 21 juni zat de man in de achtertuin van zijn benedenwoning aan het Spinozaplantsoen een biertje te drinken, toen twee kinderen op de galerij boven hem met stokken langs de reling begonnen te slaan. Toen hij ze vroeg om te stoppen met lawaai maken, zou een van de jongens naar beneden hebben gespuugd. Toen de man zei dat hij het aan hun vader zou vertellen, zou dat bij hun oudere broer verkeerd zijn gevallen.
De broer, die blijkbaar flink gedronken had, kwam naar beneden om verhaal te halen. Hij zou daarbij zo agressief tekeer zijn gegaan dat de verdachte vreesde dat zijn voordeur zou worden ingetrapt. De vader en een jonger broertje stonden er inmiddels ook voor de deur. Toen de broer beledigende opmerkingen over de moeder van de benedenbuurman maakte, stapte de man naar buiten met het vuurwapen in zijn hand.
Ik wilde geen stille tocht worden. Ik ben al eens bijna doodgeslagen op straat.
verdachte
De bovenburen trokken zich toen terug, maar waarschuwden wel de politie. Agenten vonden het vuurwapen en de munitie bij de man thuis en arresteerden hem. Een dag later brak er brand uit in zijn benedenwoning, waarschijnlijk was die aangestoken. Er werd tijdens de rechtszaak kort over gesproken, maar de officier van justitie en de verdediging wilden niet speculeren wie de dader zou kunnen zijn.

Veiligheid

"Ik wilde geen stille tocht worden!" Dat was volgens de verdachte de reden dat hij een geladen pistool in huis had. Hij was in het verleden al eens "bijna doodgeslagen op straat" en ook was er gedreigd met een bom. Het pistool dat bij hem op de kast lag, was volgens hem van een kennis. Hij had het in huis gehouden voor zijn eigen veiligheid.
In het verleden was hij instructeur geweest bij een schietvereniging en had hij les gegeven in het schieten met antieke wapens. Een deel van de patronen die bij hem thuis lagen, stamden uit die tijd.

'Op borst gericht'

De verdachte heeft van meet af aan gezegd dat hij het wapen steeds naast zijn lichaam heeft gehouden en dat de bovenburen geschrokken weggingen toen hij het toonde. Volgens hem zat de veiligheidspal er nog op en was het nooit zijn bedoeling geweest om te schieten.
Maar de agressieve broer die verhaal kwam halen, zei later bij de politie dat het pistool op zijn borst was gericht. Zijn vader en broertje legden echter andere en tegenstrijdige verklaringen af over wat er was gebeurd. De vader paste zijn verhaal bovendien meerdere keren aan. Een buurvrouw die getuige was, had de verdachte ook geen wapen zien richten.
Volgens de officier van justitie is er dan ook geen bewijs dat de verdachte het wapen op de aangever heeft gericht. De man heeft na zijn aanhouding ruim vijf maanden vastgezeten. De officier vroeg de rechtbank hem hem gedeeltelijk vrij te spreken en te veroordelen tot 210 dagen cel, waarvan 53 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De voorwaardelijke straf moet hij uitzitten als hij weer in de fout gaat.

Kerstdagen

Doorgaans doet de meervoudige kamer van de rechtbank twee weken na de zitting pas uitspraak, maar de voorzitter wilde de verdachte voor de kerstdagen duidelijkheid geven. Zij maakte hem wel duidelijk dat er op vuurwapenbezit zware straffen staan en dat het absoluut niet door de beugel kan om er op de openbare weg mee te dreigen in het bijzijn van kinderen.
Maar de rechtbank hield er ook rekening mee dat de man geen relevant strafblad heeft, zelf hulp heeft gezocht en nog altijd met de gevolgen van het incident te kampen heeft. Zo zit hij door de brand in een noodwoning en is vanwege zijn voorarrest zijn uitkering stopgezet. Gezien de omstandigheden ging de rechtbank mee in de eis van de officier van justitie.
De aangever eist een schadevergoeding van 2500 euro, maar die vonden de rechters onvoldoende onderbouwd. Hij kan het nog via de burgerrechter proberen te krijgen, maar als hij dat doet zal waarschijnlijk ook worden bekeken in hoeverre hij zelf schuld had aan de situatie. De aangever zit overigens nu zelf in de gevangenis. Waarvoor werd niet duidelijk, maar hij zou voorlopig nog niet vrij komen.