Minder sociale huur, maar vrije sector bloeit

© ANP
Utrecht - Er zijn steeds minder sociale huurwoningen, terwijl de vrije sector juist groeit als kool. Landelijk en ook in Utrecht is dit het geval. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Het aandeel sociale huurwoningen in Nederland daalde vorig jaar tot minder dan 34 procent van het totale aantal woningen in Nederland. In 2012 was dit nog ruim 37 procent. Het aantal woonruimtes in Nederland groeide met ruim 600.000. In deze periode daalde het aantal gereguleerde huurwoningen met een fractie. De groei komt voor rekening van de vrije sector. Vorig jaar viel de helft van de woningen hieronder, in 2012 een kwart.
"Dit kan het gevolg zijn van het bouwen van nieuwe woningen, maar ook van voormalige koopwoningen of gereguleerde huurwoningen die nu in de vrije sector worden verhuurd", aldus het CBS. Ook in Utrecht is een daling van het aantal sociale huurwoningen te zien. In 2021 was het aandeel ruim 38 procent, tegen ruim 41 procent in 2012. Ook valt op dat in Utrecht het aandeel private huurders de loop der jaren met ruim 5 procent is toegenomen.
Bij sociale huur geldt een maximale maandelijkse huur van 752,33 euro, in de vrije sector bepaalt de verhuurder zelf de prijs. Het wordt steeds moeilijker voor mensen om een betaalbare huurwoning te vinden, stelt de Woonbond. "Dit is de uitkomst van het gevoerde beleid de afgelopen jaren,' stelt directeur Zeno Winkels.
De corporatiesector is volgens de Woonbond vleugellam gemaakt met de verhuurderheffing. "En er werd ruim baan gegeven aan het liberaliseren van huurwoningen door commerciële verhuurders. Dan is dit resultaat te verwachten. Het moet moeilijker worden om woningen in de vrije sector te verhuren en corporaties moeten weer veel meer gaan bouwen de komende jaren."
Volgens de bond moet er bij nieuwbouw meer gekeken worden naar corporaties en moet het moeilijker worden om woningen over te hevelen naar de vrije sector.