Miljoenen voor de Utrechtse wijk Overvecht: wat gebeurt er toch met al dat geld en wat levert het op?

© RTV Utrecht
Utrecht - Miljoenen worden er gestoken in de wijk Overvecht. Elk jaar en al drie jaar lang 3 miljoen euro van de gemeente en nog eens 3 miljoen van het Rijk. De gemeente wil dat Overvechters tevreden zijn over hun buurt, dat het veiliger is op straat en dat de armoede afneemt. Maar als je mensen in de wijk spreekt zeggen die nog wel eens: "Ik zie niets van die miljoenen, waar gaat dat geld toch naartoe?"
Een wijkbewoner zegt: "Mijn buurjongetje gaat nog steeds zonder ontbijt naar school." Als we dat voorleggen aan verantwoordelijk wethouder Rachel Streefland zegt ze: "We hebben nu net veel geld gestoken in een lunchproject op de scholen." Er wordt dus aan gewerkt volgens de gemeente. Streefland: "Er is in Overvecht al heel veel goeds gebeurd, maar we hebben ook nog veel te doen. Het is een wijk waar we langzaam een stijgende lijn zien, maar we hebben heel veel inzet, tijd en sturing nodig."

Waar het geld nu naar toe gaat is te zien in een overzicht van de gemeente. Daarin staan alle organisaties die er uit gefinancierd worden, zoals DOCK Utrecht, Stichting JoU, maar ook de wijkambassadeurs en bijvoorbeeld Stichting Durf te Dromen. De bedragen verschillen enorm. Een organisatie als stichting JoU en ook DOCK krijgen jaarlijks zo'n 250.000 euro. Stichting Durf te Dromen valt onder het kopje bewonersinitiatieven en heeft de afgelopen drie jaar in totaal 80.000 euro gekregen, zegt Van den Berg, manager wijkaanpak 'Samen voor Overvecht'. Het valt op dat het grootste deel van het geld gaat naar gevestigde instanties terwijl de gemeente juist met Overvechters zelf in zee wil gaan. Zo is aan bewonersinitiatieven vorig jaar 81.000 euro uitgegeven. Dit jaar staat dat bedrag op 24.000 euro.

Het geld van het Rijk is onder meer uitgegeven aan het voorkomen dat jongeren 'kiezen' voor een criminele carrière, de ontwikkeling van het bedrijventerrein Nieuw Overvecht en ook een project als Leerpracht.

Wilt u alle cijfers inzien dan staan deze in de voortgangsrapportages van 'Samen voor Overvecht' op de site van de gemeente.

Of het ook beter gaat in Overvecht wordt gemeten met de zogenoemde Wijkmonitor. In die cijfers zie je of dat is gelukt. Wijkbewoners zijn bijvoorbeeld iets meer tevreden over hun wijk. Marco van den Berg is manager wijkaanpak Samen voor Overvecht bij de gemeente. "We merken dat het stap voor stap gaat. Uit de cijfers blijkt dat de tevredenheid van de bewoners over hun wijk in drie jaar tijd van een 4,8 naar een 5,7 is gegaan. Dat is een forse stijging. We zien dat de werkgelegenheid stijgt en de jongerenoverlast is afgenomen."

Jongerenoverlast

Eén van de dingen waar wijkbewoners last van hebben is groepen jongeren op straat. Bewoners klagen over lawaai en voelen zich niet veilig als ze langs een groep jongeren lopen. Die overlast is dus volgens de cijfers afgenomen.
Eén van de organisaties die zich op jongeren richt is het Jongerenwerk Utrecht, stichting JoU genoemd. Zij zijn actief in de hele stad en hebben extra geld gekregen voor hun inzet in de wijk Overvecht. JoU probeert met jongeren in contact te komen via scholen en op straat, hebben een huiskamers waar jongeren naartoe kunnen gaan en organiseren activiteiten.
We willen mensen activeren, zodat ze deelnemen aan de samenleving.
Sageeta Hoeba, sociaal makelaar
Nurettin Eren is bij het jongerenwerk de regisseur voor Overvecht. "Het gaat onder meer om jongeren die op straat grensoverschrijdend gedrag vertonen. Zij horen en mogen op straat zijn. Dat hoort bij het proces van volwassen worden, maar het gaat erom hoe ze met de buurt omgaan. Als bewoners bijvoorbeeld niet kunnen slapen door lawaai op straat brengen wij de jongeren en de bewoners met elkaar in contact om tot een oplossing te komen." Eren zegt duidelijk te zien dat de overlast afneemt. "De overlastcijfers zijn gedaald van 900 meldingen naar 400 meldingen."

Wantrouwen is groot

Er moet nog veel meer gebeuren in Overvecht. Armoede is een groot probleem door bijvoorbeeld schulden, maar het blijkt lastig te zijn de mensen te bereiken die daarmee te maken hebben. "Die grote organisaties bereiken de wijkbewoners niet. Het wantrouwen naar officiële instanties is groot", zegt een betrokken bewoner en dat is ook gebleken uit eerder onderzoek.
Marco van den Berg, manager wijkaanpak bij de gemeente , herkent dat ook. "Dat is heel erg ingewikkeld. Ik probeer dat te doorbreken door open te zijn naar bewoners. Eerst goed luisteren, interesse tonen en dingen die fout gaan ook toegeven. En ik ben veel in de wijk, minimaal 2 dagen in de week."
Het lijkt erop dat wijkbewoners met problemen makkelijker naar de projecten van bewoners zelf gaan. "Ze kennen ons", zegt één van hen. Na meerdere gesprekken blijkt dat het voordeel van die bewonersinitiatieven is dat ze niet verbonden zijn aan officiële instanties. Ze geven dus geen informatie door over bijvoorbeeld openstaande boetes, maar gaan mensen eerst praktische hulp bieden. Daarna komen die openstaande boetes wel.
De gemeente wil overigens graag meer bewonersinitiatieven. Wethouder Streefland: "Het is een èn-èn verhaal. Je werkt altijd met officiële instanties die ook voor de hele stad heel goed werk doen en in Overvecht. En ik weet dat er een tendens is onder jongeren dat ze bijvoorbeeld liever niet naar het Jongerenwerk Utrecht gaan, die doen het liever zelf. Tegelijkertijd zie je een groep die wel graag naar een jongerenontmoetingsplek gaan en wel graag wil samenwerken met de jongerenwerkers."

Doe het samen met mensen uit de wijk

Die grotere officiële instanties proberen ook veel meer samen te werken met mensen uit de wijk, zoals met buurtvaders. Maar neem DOCK. Dit is een landelijke organisatie die actief is in de wijk Overvecht. Roderik Dubbeld van DOCK: "We hebben bijvoorbeeld een taal- en ontmoetingsproject om zo mensen laagdrempelig te bereiken. Wat we nu ook hebben zijn 'speel mee plekken' in kwetsbare delen van de wijk. Dat is ook binnen en dan kom je via zo'n plek in gesprek met ouders en kinderen en dan kunnen wij ze doorverwijzen voor meer hulp als dat nodig is."
Sageeta Hoeba werkt bij DOCK als sociaal makelaar en is betrokken bij 'Taal en Ontmoeting'. "Mensen leren hier de taal, maar het gaat ook om ontmoeting. We willen mensen activeren, zodat ze deelnemen aan de samenleving."
Een les bij Taal en Ontmoeting
Een les bij Taal en Ontmoeting © RTV Utrecht / Iris Tasseron
De vrijwilligers die de lessen geven komen bijna allemaal uit de wijk Overvecht. Het is vooral bedoeld om je in het dagelijkse leven te kunnen redden. Als we bij een les binnen kijken zien we vooral vrouwen zitten. De docent geeft uitleg over het woord reden. "De reden dat jij een pen in je hand hebt is om te kunnen schrijven", zegt hij. De vrouwen lijken allemaal goed te luisteren en na een paar voorbeelden begrijpen ze de term 'reden' en bedenken ze zelf ook zinnen.
"Op dit moment komen er wekelijks zo'n 200 mensen naar het project," zegt Hoeba: "We doen altijd een intakegesprek en dan stellen we heel veel vragen. Sommige mensen zijn analfabeet en dat is handig om te weten. We vragen ook of ze nog andere dingen willen en dan kunnen wij ze doorverwijzen naar de juiste instanties."

De samenwerking gaat beter

De gemeente ziet vooral dat de samenwerking tussen grote en kleine organisaties veel beter gaat. Wethouder Streefland: "Wat ik zie is een positieve beweging van ondernemers, van scholen, van de wijkbouwer en rond de mobiliteit. Ik zie een enorme beweging van mensen die zeggen, kom op schouders er onder. Dat was er drie jaar geleden nog niet. Daar moeten we misschien meer focus aanbrengen zodat mensen het ook gaan zien."
Dat herkennen grote en kleine organisaties ook die in Overvecht actief zijn. Zoals het Jongerenwerk Utrecht. Die samenwerking is ook nodig om meer jongeren te kunnen bereiken. Jongerenwerker Mohamed: "Met mensen uit de buurt wil je juist samenwerken. Dat zijn de ogen en de oren van de wijk. Dat zijn uiteindelijk ook de mensen die wat kunnen veranderen. Hoe meer mensen meewerken hoe meer jongeren we bereiken. Dat is de kracht van samenwerking."
Het jongerenwerk heeft samen met buurtvaders en voetbalvereniging SVO een project opgezet. Jonge tieners kunnen twee keer per week voetballen en doen ook mee aan het project 'Young Leaders'. Dat laatste is om ze niet alleen aan het sporten te krijgen, maar ook aan het denken te krijgen over hun toekomst. Mohammed van JoU: "We proberen jongeren te stimuleren om na te denken over wat zij kunnen betekenen voor hun wijk. We vragen ze: wat kun je nou goed, wat wil je later worden en hoe kun je jouw competenties inzetten ten behoeve van anderen."
Tekst gaat verder na de video.
Eén van de voetballers Loué heeft aan het project meegedaan. De tienjarige weet wat hij wil. "Ik wil profvoetballer worden. Ik heb geleerd dat als je echt wat wil bereiken dan moet je echt je best gaan doen." En mocht profvoetballer niet lukken dan weet Loué ook al wat hij wil. "Dan ga ik een studie doen."
Maar of met dit soort projecten en bewonersinitiatieven alle problemen in de wijk Overvecht binnenkort zijn opgelost? Wethouder Streefland: "Het mooie zou zijn om met een korte klap alles op te lossen, maar zo gaat het helaas niet. Daar heb je echt een hele lange adem voor nodig."