'Beeldvorming rondom vluchtelingen die werk opzeggen cynisch en kwalijk'

© RTV Utrecht / Timo Anceaux
Utrecht - "Een middelvinger naar de belastingbetalende Utrechter." Dat tweette VVD-raadslid Tess Meerding na het bericht dat Utrechtse statushouders ontslag zouden hebben genomen bij hun werkgever na het verkrijgen van een sociale huurwoning. Volgens een anonieme horecaondernemer waren zij overtuigd beter af te zijn met een uitkering dan met een baan.
Het verhaal werd afgelopen weekend gepubliceerd door het FD. Na het lezen ervan was Meerding van de Utrechtse VVD naar eigen zeggen "zó boos" dat ze met PVV, CDA en Stadsbelang Utrecht direct vragen stelde aan het Utrechtse stadsbestuur. Of het college het ermee eens was dat de situatie kwalijk en onacceptabel is? Op sociale media regende het reacties als "het land uit" en "die krijgen centjes en meer dan een Nederlander". Anderen vreesden juist dat het nieuws stigmatiserend zou zijn voor een grote groep kwetsbare mensen.
Is die kritiek op de statushouders terecht? Volgens de gemeente Utrecht en Vluchtelingenwerk ligt het verhaal genuanceerder. Bovendien vallen grote vraagtekens te plaatsen bij de bewering dat het zou gaan om "tientallen statushouders", waarbij verband wordt gelegd met de versnelde plaatsing van statushouders in sociale huurwoningen.

Wat is er aan de hand?

Bij de gemeente en Vluchtelingenwerk is bekend dat zeker 6 van de 650 statushouders die verplicht in Utrecht worden gehuisvest hun contract bij 'een grote internationale fastfoodketen' hebben opgezegd. Ook zijn er volgens het college signalen dat het om een paar andere statushouders bij een andere horecazaak gaat. Volgens de gemeente is dat spijtig: "Want onze inzet is erop gericht om inwoners tijdens de overgang van azc naar een eigen woning én daarna duurzaam aan het werk te houden of te krijgen."
"Dat het zou gaan om tientallen, herkennen wij totaal niet", zegt Evita Bloemheuvel van Vluchtelingenwerk. Ze is wel op de hoogte van de verhalen van de fastfoodketen en probeert te achterhalen wat de motivatie van de mensen is die hun werk opzeggen. Ook landelijk gezien gaat het nooit om tientallen gevallen. "We zien het wel eens", zegt Bloemheuvel. "In de meeste gevallen heeft het er mee te maken dat er bij de inburgering veel komt kijken."
Volgens het artikel in het FD is er sprake van een verband tussen de actie van de gemeente Utrecht om statushouders versneld aan een huis te helpen en het opzeggen van contracten. Dat is volgens Vluchtelingenwerk en de gemeente niet het geval. "Het fenomeen wat nu belicht wordt is niet nieuw en ook niet ingegeven door de Utrechtse versnellingsactie of Utrechts beleid. Dat statushouders hun contract opzeggen, is iets wat in elke gemeente voor kan komen", aldus het college van Utrecht.

Wat is de situatie van werkenden in een azc?

Mensen in een asielzoekerscentrum kunnen niet zomaar aan het werk. Wie een verblijfsstatus krijgt wordt eerst aan een gemeente gekoppeld, die gemeente zoekt dan een passende woning. "Het verschilt heel erg per gemeente hoelang je moet wachten", zegt Evita Bloemheuvel van Vluchtelingenwerk. Pas als iemand die status heeft én een bsn heeft ontvangen, is het mogelijk om werk te zoeken.
"Dat lukt lang niet iedereen, ook vanwege de taalbarrière", zegt Bloemheuvel. Bovendien is de opvanglocatie lang niet altijd in dezelfde gemeente als waar een statushouder later komt te wonen. Werkgevers zijn daarom vaak huiverig: een werknemer kan maar zo van de een op de andere dag in een andere gemeente wonen. En dan?
Bloemheuvel ziet wel dat werkzoekenden in het azc erg gemotiveerd zijn. Zij willen iets doen aan de verveling, in contact komen met Nederlanders en beginnen aan hun inburgering. Omdat in het azc onder andere wordt gezorgd voor kost, inwoning en medische zorg draagt iemand die daar woont zo'n 75 procent van zijn salaris af aan het COA.

Waarom stoppen statushouders met hun werk?

Bloemheuvel noemde al een van de redenen: na het verkrijgen van een huurwoning verandert er voor statushouders veel. "Mensen moeten een kale woning inrichten met weinig budget, ze moeten hun leefomgeving leren kennen, er komt een toets om het taalniveau te bepalen en uit te zoeken welke leerroute je daarna gaat volgen. Daarna krijg je taalles, vakken om het land te leren kennen en huiswerk." En dan zijn er nog allerlei praktische zaken die geregeld moeten worden, vaak met bureaucratische rompslomp in een taal die de meeste statushouders niet machtig zijn. Je moet je inschrijven bij de gemeente, de kinderen moeten naar school, je moet een huisarts vinden, je moet een contract voor gas, water en licht afsluiten en ga zo nog maar even door.
Bloemheuvel: "Wat wij zien, is dat het veel van mensen vraagt en dat het moeilijk met een baan te combineren valt. Soms zeggen mensen dan hun baan op, omdat ze niet weten hoe hun leven eruit komt te zien." En dan spreken statushouders vaak geen Nederlands en beperkt Engels. Dat maakt het moeilijk om aan een baas te vragen om flexibel te zijn met werktijden of om een baan tijdelijk op pauze te zeggen. Ook is het in sommige culturen niet normaal om dat te vragen aan een baas, en kiezen statushouders er dan maar voor om de baan helemaal op te zeggen.
Naast praktische bezwaren spelen er ook financiële afwegingen. In een reactie op de vragen van het zo boze raadslid Meerding, zegt het gemeentebestuur werkgevers te stimuleren om te zorgen dat statushouders kunnen werken naast de verplichte inburgeringscursussen. Met de huidige participatiewet kunnen statushouders echter een deel van hun bijstandsuitkering verliezen. Omdat zij vaak met onzekere contracten werken kan dat zorgen voor inkomensverlies. Samen met andere gemeenten probeert Utrecht ervoor te zorgen dat werken ook loont door het mogelijk te maken om naast een bijstandsuitkering ook deels te werken.
Die conclusie onderschrijft Bloemheuvel van Vluchtelingenwerk. Zij ziet dat statushouders vaak werken op basis van een nulurencontract met een minimuminkomen en minimale voorwaarden. Dan kan het voorkomen dat iemand een maand meer werkt dan gemiddeld en daarop direct wordt gekort op de bijstandsuitkering. Als er later minder werk is, verdient diegene minder en blijft de bijstand ook achter. Als vaste lasten dan niet betaald kunnen worden, kunnen grote problemen ontstaan bij mensen die zich moeilijk redden in het Nederlands.
Werken loont dus vaak niet als er sprake is van weinig loon en weinig zekerheid. Bloemheuvel benadrukt dat dit niet iets is waar statushouders over het algemeen op voorhand rekening mee houden, maar dat ze hier pas later achter komen. "Ze trekken vaak aan het kortste eind." Van misbruik is dan eigenlijk ook nooit sprake, zegt ze. Eerder van mensen die simpelweg eieren voor hun geld kiezen, zoals vele andere Nederlanders dat ook doen.

Wat zijn de gevolgen?

Dat een verhaal als dit een eigen leven is gaan leiden, is funest voor de beeldvorming over vluchtelingen en statushouders, zegt Bloemheuvel. "Het is kwalijk, wordt aangegrepen door veel rechtse partijen om hun spuugje te doen. Twitter wordt er massaal bij gepakt om onderbuikgevoelens uit te spreken. Als je de reactie van de gemeente Utrecht er dan bij pakt: het klopt gewoon niet. "
Een eigen woning is inderdaad een feestje waard, in de positieve zin van het woord
Evita Bloemheuvel van Vluchtelingenwerk
Volgens betrokkenen die FD heeft gesproken werd de actie van de gemeente Utrecht om statushouders versneld te huisvesten "huisjesfeest" genoemd door bewoners van het azc. Bloemheuvel noemt die bewoording "cynisch en pijnlijk". Zij ziet juist dat mensen het na oorlog en een lange vlucht ook moeilijk hebben in de opvang. Als je dan eindelijk een woning krijgt toegewezen is dat voor het eerst in lange tijd een mogelijkheid om rust te hebben, veiligheid te voelen. "Dat is dan inderdaad wel een feestje waard, in de positieve zin van het woord."
Vluchtelingenwerk hoopt dat overheden maatwerk gaan bieden bij statushouders die naast hun inburgering willen werken en nog (deels) een uitkering ontvangen. Ook doet de organisatie een oproep aan werkgevers die bijvoorbeeld moeite hebben in de communicatie met werknemers of als zij onverwacht ineens stoppen met werken. "Niet elke statushouder kan direct aan het werk, maar er zijn ook veel mensen bij die er wel baat bij hebben. Wij denken dat er meer mogelijk is."