Studenten melden pesten, discriminatie en seksueel wangedrag vaak niet: 'Het is een giftige cocktail'

© ANP
UTRECHT - Pesten, discriminatie, intimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag; één op de vijf studenten zegt wel eens slachtoffer te zijn geweest van een sociaal onveilige situatie. Zorgwekkend is ook dat 64 procent van de slachtoffers geen melding deed.
Het onderzoek van ResearchNed, in opdracht van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) in Utrecht, is uitgevoerd in januari en februari. Een vragenlijst werd ingevuld door 7650 studenten in Nederland. De resultaten: 9 procent is wel eens slachtoffer geweest van seksueel grensoverschrijdend gedrag, 8 procent van discriminatie, 7 procent is wel eens gepest en 5 procent is wel eens bedreigd, geïntimideerd, gechanteerd of bang gemaakt. In het onderzoek worden ter illustratie diverse citaten gedeeld van studenten.
"Er werd gedreigd met een slechte beoordeling toen ik onjuistheden aankaartte. Toen ik er wat van zei, kwam er een valse klacht bij de examencommissie over mij."
Van de ondervraagde studenten had 3 procent te maken met seksueel grensoverschrijdend contact in de vorm van fysieke incidenten. Van hen sloeg 29 procent wel eens een onderwijsactiviteit over vanwege een onveilig gevoel. Vrouwen zijn significant vaker slachtoffer van seksueel grensoverschrijdend gedrag dan mannen, evenals studenten die zich identificeren als non-binair en/of anders.
ISO-voorzitter Lisanne de Roos: "255 studenten hebben hun verhaal gedeeld over een fysiek seksueel grensoverschrijdend incident. Er zitten hele heftige, traumatische ervaringen tussen. Die verhalen geven de cijfers uit het onderzoek context; dan zie je dat achter elke melding een student met een persoonlijk verhaal schuilgaat."
"Iemand (3e jaars student) heeft mij tijdens mijn introductiedag, toen ik heel dronken was, mee naar huis genomen en, terwijl ik vier keer heb gezegd dat ik geen seks wilde, toch seks met mij gehad. 's Ochtends werd ik wakker doordat hij aan mij zat. Ik wilde zo snel mogelijk weg maar durfde niet zomaar op te stappen. Toen dacht ik ‘als we snel seks hebben, is het klaar en kan ik weg’. Dat hebben we toen gedaan. voelde me er heel kut over."

Geen melding

Het grensoverschrijdende gedrag werd meestal niet gemeld. Dat komt voornamelijk door het gevoel van studenten dat het incident dat zij meemaakten niet ernstig genoeg zou zijn. Andere redenen die worden genoemd zijn het ontbreken van vertrouwen dat er iets met de melding wordt gedaan of dat studenten niet wisten waar ze het incident konden melden.
"Incidenten komen dus niet aan de oppervlakte, maar blijven onder de radar", zegt ISO-voorzitter De Roos. "Bovendien vinden studenten niet altijd de hulp en ondersteuning die ze nodig hebben. Ik vind dat een giftige cocktail waar kwetsbare slachtoffers in verloren kunnen raken."
"Er is een docent binnen de opleiding die nogal een voorkeur heeft voor vrouwen en dit ook wel eens uitspreekt. Hier zijn al eens klachten over ingediend maar er is niks mee gedaan omdat er (denk ik) te weinig docenten zijn."

Vertrouwenspersoon

Uit het onderzoek komt naar voren dat slechts 8 procent naar een vertrouwenspersoon van de hbo- of wo-instelling stapte. Tegelijkertijd zegt 16 procent van de ondervraagde studenten het incident niet gemeld te hebben omdat ze niet wisten waar ze dat moesten doen.
"Als je niet weet wie dat is en hoe je diegene kan bereiken, is het moeilijk melding te maken", zegt ISO-voorzitter De Roos. Zij zag in het onderzoek dat studenten ook besloten een incident buiten de opleiding te melden, "zoals heel af en toe bij een ombudsman of bij de politie, maar vaker gebeurt dat bij een vriend of vriendin".
Wie wel melding maakte, deed dit binnen de instelling het vaakst bij een mentor of studiebegeleider (14 procent), gevolgd door docent, decaan of vertrouwenspersoon.
“De stagebegeleider schold mij uit. De stage heb ik afgerond met wat meer tegenzin. Gelukkig was het nog maar twee weken, waarvan de stagebegeleider een week met vakantie was (die week was top). Het incident is gemeld bij de stagecoördinator. Hierdoor kijk ik wel wat meer op tegen komende stages, het maakt je toch wat meer onzeker."

Actiemodus

ResearchNed constateert dat niet op alle sites van universiteiten en hogescholen vindbare informatie staat over een vertrouwenspersoon. Vooral hogescholen scoren daarin slecht.
ISO-voorzitter De Roos vindt dat "instellingen én de overheid direct in de actiemodus" moeten schieten. "Het is voor veel studenten allesbehalve makkelijk om hierover te praten. Dit moet daarom zo laagdrempelig mogelijk beschikbaar gemaakt worden. Dat kan starten bij zeer toegankelijke informatie over een vertrouwenspersoon; maar die start is helaas nog niet op elke instelling gemaakt."
"Ik studeer zelf fysiotherapie en dan doe je wel eens oefeningen in ondergoed met de medestudenten. Dat is totaal geen probleem, maar er zijn wel eens seksuele opmerkingen gemaakt terwijl ik in mijn ondergoed biloefeningen moest doen. Iets van: 'oh doe je dat zo ook in bed, hopelijk kan ik je dit ook in de praktijk zien doen'."
Het onderzoek van het ISO volgt op dat van de Inspectie van het Onderwijs in februari. Daarin zag de inspectie dat, hoewel de meeste studenten de instellingen als veilig beschouwen, toch een percentage te maken krijgt met sociaal onveilige situaties.
Op basis van het onderzoek werd berekend dat zo'n 30.000 studenten op de opleiding te maken zou kunnen krijgen met grensoverschrijdend gedrag. Daarom riep de inspectie universiteiten en hogescholen op de sociale veiligheid in de gaten te houden. De Landelijke Studentenvakbond stelde daarop onder meer de invoering van een toegankelijke meldprocedure voor laagdrempelige hulp voor, net als meer aandacht voor preventie en nazorg en het opzetten van trainingen over sociale veiligheid.