Wethouder Van Hooijdonk: 'Nooit een uitspraak gedaan over windmolens in Rijnenburg van maximaal 235 meter'

© RTV Utrecht
UTRECHT - De gemeente Utrecht heeft nooit gezegd dat de windmolens in de polders Rijnenburg en Rijerscop maximaal 235 meter hoog zouden worden. Dat zei wethouder Lot van Hooijdonk (GroenLinks) in een commissievergadering van de Utrechts gemeenteraad. Inmiddels liggen er plannen voor molens van 270 meter hoog, tot ontsteltenis van omwonenden en de oppositie in de raad. Van Hooijdonk zegt dat hogere molens minder overlast veroorzaken en daarom geen probleem zijn.
Het was een venijnig debat in de commissie, het is duidelijk dat de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht zijn. Op 16 maart kan er gestemd worden. De verschillen tussen de partijen worden extra uitvergroot, waardoor politici zich kunnen profileren ten opzichte van de concurrentie.

Spagaat

D66 is daar het slachtoffer van, die partij zit in een coalitie met GroenLinks. Samen hebben ze afgesproken dat er windmolens en zonnepanelen moeten komen in de polders Rijnenburg en Reijerscop. Maar eigenlijk wil D66 het liefst woningen bouwen in Rijnenburg, maar daar is GroenLinks weer mordicus tegen. Woningen samen met windmolens zijn slecht te verenigen, vindt nagenoeg iedereen in de raad, behalve D66. Het geeft aan in welke spagaat de partij zichzelf heeft gemanoeuvreerd.
De aanleiding voor het debat was een brief van wethouder Lot van Hooijdonk aan de raad. Daarin staan een paar dingen die voor veel ophef hebben gezorgd, onder andere bij actiegroep De Buren van Rijnenburg en Reijerscop, die zich tegen de komst van windmolens verzetten. Was er tot voor kort sprake van windmolens van 235 meter hoog, in de brief van de wethouder staat dat ze een Milieu Effect Rapportage (MER) wil laten uitvoeren naar molens met een tiphoogte van 270 meter.

Oplopende kosten

Een tweede punt van kritiek zijn de kosten van het project. Die lopen inmiddels op. Zo noemde Van Hooijdonk de uitgaven voor participatie inmiddels 'gigantisch'. De bedoeling was dat met de opbrengst van de windmolens geld zou worden vrijgespeeld om een deel van de polder her in te richten, bijvoorbeeld voor recreatie. Maar de kosten voor de voorbereiding van het plan lopen inmiddels zo hard op, dat meerdere partijen twijfelen of de opbrengst wel genoeg zal zijn om uit die plankosten te komen. En dus dat er niets overschiet voor de herinrichting. Van Hooijdonk ontkende dat er gezegd zou zijn dat alle plankosten en de herinrichting van de polder gedekt zouden worden uit de opbrengst.
De VVD is altijd al tegen de windmolens, de partij wil een grote hoeveelheid zonnepanelen in combinatie met woningbouw. En dus pleitte VVD-raadslid Gertjan te Hoonte er nog maar eens voor om het hele project stil te leggen en in zetten op woningbouw. Dat leidde tot een opvallende flirt van D66, fractievoorzitter Maarten Koning nodigde de VVD uit om na de verkiezingen samen op te trekken om woningbouw in Rijnenburg mogelijk te maken. "Ik denk dat we met een integrale blik moeten kijken naar die hele polder", zei Koning in het debat tegen de VVD. "U kent ook ons standpunt over woningbouw op den duur in dit gebied. Laten we daar dan samen, wellicht lukt dat na 16 maart, de handschoen oppakken."

Pauzelandschap

De polder is altijd bedoeld voor woningbouw, met die reden werd de grond overgedragen van Nieuwegein aan de gemeente Utrecht. Die bouw zou in 2030 beginnen. Tot die tijd zou het een energielandschap kunnen worden. Maar de windmolens staan er niet voor 2026 en moeten 20 jaar mee. En dus kunnen ze pas weer weg in 2046, om plaats te maken voor woningen. Dat er geen vaart gemaakt wordt met het project zorgt er voor dat Lau Bosse van de PvdA zijn bijdrage begon met een diepe zucht. "We komen geen stap verder."
Van Hooijdonk ging ten slotte in op de hoogte van de molens. Volgens haar is de hoogte nooit gelimiteerd. Zij zegt dat er gestuurd wordt op het beperken van de overlast. Dan gaat het over geluid en de slagschaduw van de draaiende wieken. Van Hooijdonk betoogde dat de nieuwste molens hoger zijn, maar ook stiller, en dat daardoor de overlast afneemt. Met dat antwoord kreeg ze de handen in de raad niet op elkaar. Jantine Zwinkels (CDA) ging daarbij het verst, zij meent dat Van Hooijdonk de deelnemers aan het participatietraject misleid heeft, omdat er altijd sprake zou zijn geweest van molens met een tiphoogte van maximaal 235 meter.