Podcast Wielaert gaat aan: 'Meer gewone mensen moeten plannen indienen voor feest in jubileumjaar'

© RTV Utrecht / Jamila van de Rijt
UTRECHT - "Er is nog een miljoen voor echte Utrechtse feesten in 2022, het jubileumjaar. Mensen kunnen nog steeds plannen indienen bij de gemeente, via website Utrecht 900. Daar moeten nog veel gewone mensen naartoe. Ik moet ze bijna naartoe schoppen, anders gaan we weer veel te veel elitefeestjes krijgen."
Dat zegt Koos Marsman in een nieuwe editie van de podcast 'Wielaert gaat aan' in de grote hal van de bibliotheek. Johan Blom en Lotte Walrave kwamen praten over een nieuw leven voor Landhuis Oud Amelisweerd, Ronald Giphart over zijn roman Nachtangst en Iris Dijkstra over haar boek Stappen door m'n stadsie. Giphart vertelde daarbij dat hij kortstondig corona heeft gehad.

Grootschalige nieuwbouw

Johan Blom heeft als directeur van de NV Stadshertstel de zorg over stedelijk erfgoed als Huis Leeuwenburg, de Zeven Steegjes en Villa Sandwijck. Met afstand bekijkt hij het grote tumult rond de grootschalige nieuwbouw bij de Jaarbeurs en aan het Merwedekanaal. Hij zegt: "Ik ben in de luxepositie dat ik me niet druk hoef te maken over de nieuwbouw. We proberen zo goed mogelijk te zorgen voor de monumenten in de stad. Daarom zijn we op aarde. Het is een apart vak hoe je nieuwbouw inpast in de stad. De prijsopdrijving is wel een grote schaduwzijde. Dat kan je voorkomen als je het vooraf goed regelt."
Landhuis Oud Amelisweerd stond leeg na het failliet van het MOA. De gemeente had wel oren naar een voorstel van Johan Blom. Het oude museum werd verhuurd. Stadsherstel nam het in erfpacht à 1 euro per jaar. Het onderhoud moet deels komen uit donaties van bezoekers. De Hartwich Foundation sponsort het Centraal Museum dat exposities gaat organiseren. Als nieuwe directeur ziet Lotte Walrave toe op de kwaliteit. Het oude Chinese behang moet vooral in het landhuis blijven, vindt ze. Stralend: "Ik ben juist verliefd geworden op het gebouw door het behang. Dat je denkt jee, het is er nog en hoe is hier dan geleefd en gefeest. Ik had de situatie al een tijdje gevolgd. Het kan een huis zijn voor meerdere partijen. We krijgen heel veel aanvragen. Mijn mailbox stroomt vol."

Corona

In de eerste coronatijd schreef Ronald Giphart op verzoek zijn boek Applaus, Liefde in tijden van corona. Het gaat over een ouder echtpaar dat getroffen wordt door de pandemie en gescheiden van elkaar wordt opgenomen. Dat maakt een 'liefdesluchtbrug' noodzakelijk.
De schrijver was twee keer gevaccineerd, toch kreeg hij begin oktober zelf corona. Hij vertelt: "Dat was best pittig. Ik heb drie dagen met 39 graden koorts in bed gelegen. Ik denk, en veel mensen hebben het tegen me gezegd en ook de huisarts zei het, dat als ik niet gevaccineerd was, het veel erger had kunnen zijn."

Nachtangst

Peter Jacob Weber is de hoofdpersoon in Nachtangst. Een Nederlandse auteur die in New York niet meer van zijn schrijven kan bestaan en moet daarom dom datawerk doen voor een bedrijf in Brooklyn. Daar wordt hij op een nacht opgeschrikt door het geluid van inbrekers die een vreemde slavische taal spreken. Hij heeft geen telefoon. Per mail waarschuwt hij zijn agente Eva om de politie te waarschuwen, maar zij reageert niet. Webers angst groeit. Hij begint verder te mailen.
Giphart: "Met het indalen van de angst denkt-ie dat het misschien zijn laatste nacht is. Dan kan hij dingen vertellen aan Eva die hij nog nooit aan anderen heeft verteld. Dan komen de verhalen over zijn ouders en de angsten die hij in zijn leven gehad heeft. Tot de angst om als jongetje misbruikt te worden."
Giphart werd als elfjarige als jongetje misbruikt door een jeugdwerker. Het was nog nooit in hem opgekomen om erover te schrijven. Hij werd ertoe geïnspireerd door de roman Vallen is als Vliegen van plaatsgenote Manon Uphof. Giphart: "Het is voor mij geen aanklacht over levenslang leed, want dat was het namelijk niet. Manon heeft laten zien dat het voor haar wel levenslang is. Daarom heeft ze haar boek met haar handen om haar hals, wurgend geschreven. Zij heeft er literatuur van gemaakt. Zij heeft het verwerkt in taal, in woorden, in een idioom. Ik wilde geen bekentenisliteratuur schrijven. Dat is mede te danken aan mijn ouders die er toen heel goed mee zijn omgegaan. Heel nuchter, ze zijn nooit boos geworden in mijn aanwezigheid, hebben er nooit een probleem van gemaakt dat het gebeurd is. Ik kan met recht zeggen dat het mij niet blijvend geraakt heeft. Ik heb er wel rekening mee gehouden in de opvoeding van mijn kinderen. Ze konden ons alles vertellen. Niks maakt ons boos."
Gipharts volgende boek gaat over Utrechtse geschiedenissen. "Utrecht verdient het dat er goed over Utrecht geschreven wordt. Het worden verhalen achter de gebouwen. Zoals van Rob van Scheers. Ik denk aan die jongen uit Oudaen en dat meisje aan de overkant. Romeo en Julia in Utrecht. Die verhalen verdienen het om gefactionaliseerd te worden."

Heim-weetjes

Iris Dijkstra is Giphart als stadsgids in zekere zin voor. Ze kent de oude stad binnen de singels heel goed. Haar boek heeft de ondertitel (on)bekend' Utrecht in dertig heim-weetjes. De laatste term heeft ze zelf bedacht. Ze heeft ook aandacht voor grootheden van weleer. Een daarvan is Anna Maria van Schurman. Iris legt uit: "Ze was eigenlijk de eerste studente toen er nog geen vrouwen aan de universiteit werden toegelaten. Ze volgde colleges achter een gordijn, ze zou de studenten en de hoogleraren maar het hoofd op hol brengen. Het was een superslimme dame. Ze sprak veertien talen, waaronder Ethiopisch en Syrisch. Het was om de bijbel beter te begrijpen. Ze was ook heel goed in filosofie, geschiedenis en aardrijkskunde. Ze werd de parel van Europa genoemd en eigenlijk is ze totaal in de vergetelheid geraakt, omdat ze het intellectuele milieu de rug toe heeft gekeerd. Ze heeft zich aangesloten bij een commune."
Koos Marsman vult aan: "Een paar jaar geleden is er een muurschildering van haar gemaakt in een hofje in de buurt van de Keukenstraat."
Marsman, alias Ton van den Berg, heeft zo zijn kanttekeningen bij de komende viering van 900 jaar Utrecht. Hij zegt: "Het is sowieso goed dat we in Utrecht veel feestjes vieren, met zo'n thema als Stad zonder Muren. Het gekke is dat om stadsrechten te krijgen de burgers 900 jaar geleden om stadsmuren vroegen. Een jubeljaar? Ik denk dat het toch een soort omslagjaar wordt, dat de mensen beseffen dat Utrecht heel erg aan het veranderen is. We zijn geen industriestad meer, maar een kennisstad geworden. Er komen veel expats wonen. De huizen worden hartstikke duur. Gewone mensen kunnen er niet wonen. Zo ontstaan er weer muren in de stad."