Vier vragen over onze nieuwe omgangsvormen: 'Het wordt ongemakkelijk'

© Boks
PROVINCIE UTRECHT - Het woord anderhalvemetersamenleving is dan wel opgenomen in ons woordenboek, vanaf 25 september hoeven we ons er niet meer aan te houden. Dat maakte het demissionaire kabinet gisteren bekend. Het roept de vraag op hoe we ons tot elkaar gaan verhouden. Hoe begroet je elkaar? Komen de drie zoenen terug? We leggen het voor aan John de Wit, hoogleraar sociale wetenschappen van de Universiteit Utrecht.

Welke gewoonte heeft nu de overhand, afstand houden of juist niet?

"Je ziet dat het mensen goed lukt om zich aan de regels te houden", begint De Wit zijn verhaal. "Maar het is de vraag of het écht een gewoonte is geworden. Een gewoonte is iets waar je niet over na hoeft te denken, en we houden ons vrij bewust aan de regels. Afstand houden is geen diep verankerde gewoonte geworden. We vinden het na al deze tijd nog normaal om een hand op iemand z'n schouder te leggen, wat dichter bij elkaar komen, iemand een hand geven."

Wat zou nu de meest gebruikte vorm worden om elkaar te begroeten?

"Er breekt nu een ongemakkelijke tijd aan waarin de regels niet helemaal duidelijk zijn. En zo'n moment van aarzeling kan erg ongemakkelijk zijn. Er zijn nu zo veel manieren om elkaar te begroeten; de boks, de elleboog, de hand. Of gewoon een knikje. De norm van de afgelopen tijd verdwijnt. Het zou mooi zijn als we elkaar daar wat ruimte in geven."

Komen de drie zoenen terug?

"Ik zie de drie zoenen nog heel weinig, maar ik denk dat zelfs die op termijn terugkomen. Een zoen op de wang doen ze in de landen om ons heen ook, soms één, soms twee. Het is niet typisch Nederlands, behalve het aantal: de drie. We hebben het nu al een hele tijd niet gedaan, maar daarvoor deden we het decennia wel. Dus ik denk dat dat soort gebruiken wel terugkomen."

Wat kan je het beste doen als je mensen géén hand wil geven of afstand wil houden?

"Als je afstand wil houden of je wil een ongemakkelijke situatie voorkomen, initieer dan het gebaar van jouw keuze. Bijvoorbeeld een boks. Je hebt dan wel fysiek contact, maar kan ook afstand houden. Bovendien gaan mensen mee in de keuze die de eerste persoon maakt. Wij spiegelen elkaars gedrag, dat noem je mimicry. Mensen die naast elkaar zitten, gaan vaak ook op dezelfde manier zitten. Als je zelf initiatief neemt, houd je ook zelf de controle."