Horecaondernemers boos om gemeentebelasting: 'Ik moet de ene overheid betalen voor gebruik van pand dat andere overheid sluit'

2 maart 2021, 14:50 • 3 minuten leestijd

PROVINCIE UTRECHT - Het gaat niet om duizenden euro's, maar de aanslag van de gemeentelijke belastingen is veel horecaondernemers in het verkeerde keelgat geschoten. Vorige week bleek dat de lokale lasten fors zijn gestegen.Dat geldt ook voor mensen die een horecapand huren of bezitten. Maar deze ondernemers hebben hun pand het afgelopen jaar maar een paar maanden kunnen gebruiken en zijn op dit moment nog steeds gesloten.

"Op dit moment verlies ik ongeveer tienduizend euro per maand," vertelt Marc Tibben van het Utrechtse restaurant Kartoffel. "Het steekt dat ik steun krijg van de overheid om overeind te blijven en dat de gemeente dat nu weer inpikt. Ik betaal bij de ene overheid voor het gebruik van een pand, terwijl een andere overheid me juist verbiedt dat pand te gebruiken."

De horecasluiting doet Tibben extra pijn omdat hij in 2017 zijn restaurant gedwongen moest verhuizen. "We zitten nu op een prachtige plek aan de Oudegracht in Utrecht. Maar het duurt zo'n vijf jaar voordat je die investering eruit hebt. Dat loopt nu allemaal vertraging op en ik heb zelf privé geld moeten lenen om overeind te blijven. Dat is heel heftig."

Ook in Stichtse Vecht zijn ondernemers boos. Er worden zelfs raadsvragen over de kwestie gesteld. Een ondernemer doet zijn verhaal anoniem bij RTV Utrecht, omdat hij niet wil dat mensen weten dat het niet goed gaat met zijn bedrijf.

"Vorig jaar betaalde ik 1500 euro aan lokale lasten. Dit jaar is dat 1850 euro geworden. Op zich is het geen groot bedrag, maar wij leven op dit moment van ons laatste spaargeld en we draaien al een jaar vrijwel geen omzet. Het steekt gewoon dat de gemeente nu ook weer geld van ons wil hebben."

Het gaat niet goed met het bedrijf van de man. Hij heeft duizenden euro's aan kosten per maand, maar er komt weinig geld binnen. "We krijgen nu een uitkering van 1500 euro per maand voor mij en mijn vrouw samen. En dan moet ik nu opeens die 1850 euro betalen. Ook nog eens voor mei. Dan zijn we nog niet eens open."

Voor ondernemers die financiële problemen hebben door de coronacrisis bestaat er nu de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK). Een regeling waarmee bijvoorbeeld woonkosten worden gesubsidieerd wanneer een ondernemer door de coronacrisis geen inkomen heeft. Dat lijkt een oplossing voor de horecaondernemers, maar de praktijk is anders vertelt de Stichtse zakenman.

"Ik krijg geen TONK omdat ik nog spaargeld heb. Dat is het bedrag dat ik straks nodig heb om weer open te gaan. Al onze drank is over datum gegaan. Die moesten we dus wegspoelen. Die moeten we straks dus weer kopen. Ook moeten we het pand weer laten keuren op brandveiligheid. Dat kost allemaal weer geld. En omdat ik daar rekening mee heb gehouden, kan ik nu dus geen gebruik maken van TONK."