WOII in foto's: In de rij voor een stukje kaas

UTRECHT/NIEUWLAND - Het is mei 1943 als de buurman van grootgrutter 'Simon de Wit' aan de burgemeester Reigerstraat deze foto maakt. Zeker honderd mensen staan rustig in de rij voor de winkel. In Utrecht is op dat moment nog geen honger, maar er is al wel schaarste en mensen zijn bereid lang in de rij te staan voor wat extra's.
Dit jaar is het 75 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd. Om de oorlogsjaren en de bevrijding ook nu nog een gezicht te geven, startte onder de naam 'de Tweede Wereldoorlog in 100 foto's' een grote landelijke zoektocht naar foto's die een goed beeld van die tijd geven.
Ook uit onze regio kwamen indrukwekkende foto's. In een serie artikelen blikken we terug op de verhalen die deze beelden nog altijd vertellen.
Meer dan honderd mensen wachten rustig voor de deur van Simon de Wit op hun kans op een stuk kaas.
Meer dan honderd mensen wachten rustig voor de deur van Simon de Wit op hun kans op een stuk kaas. © Privécollectie Burkunk (Bewerking door RTV Utrecht)
En er komt die dag een bijzondere zending: filiaalhouder Burkunk heeft een partij kaas op de kop weten te tikken. Het nieuws gaat als een lopend vuurtje door de wijk. Gevolg was de lange rij. Kaas was immers nauwelijks nog te krijgen. Opvallend is de politieagent in het midden van de foto. Iemand moet het nodig gevonden hebben dat hij een oogje in het zeil hield.

AANKONDIGING OP HET RAAM

De dag voor de verkoop van de kaas had de filiaalhouder een poster voor het raam gehangen met de aankondiging van het lekkers en de daarvoor benodigde distributiebonnen. Bijna alle levensmiddelen zijn op dat moment al op de bon.
Al bij voor de oorlog gingen er waren op de bon. Buurkerk Utrecht, september 1939.
Al bij voor de oorlog gingen er waren op de bon. Buurkerk Utrecht, september 1939. © Het Utrechts Persbureau, collectie Het Utrechts Archief (Bewerking door RTV Utrecht)
Vier jaar eerder (1939, dus nog voor de oorlog begon) was suiker het eerste product dat je alleen nog kon kopen als je de juiste distributiebon had. Dat werd al snel gevolgd door peulvruchten.
Mensen haatten die bonnen vaak. Als je wel geld had maar geen bon, kreeg je het echt niet mee.
Mevrouw de Breezand, bakkersdochter

VERMALEDIJDE BONNEN

Veel mensen die de oorlog meegemaakt hebben herinneren zich het halen van een boodschap met die vermaledijde bonnen. Zo ook bakkersdochter mevrouw De Breezand. "Als je wel geld had maar geen bon, kreeg je het niet mee", zegt ze. "Je kon stampvoeten wat je wilde en aanbieden meer te willen betalen, maar mooi niet."
Utrechters in de rij voor de winkel van de Firma A. van Voorthuizen aan de Mgr. van de Weteringstraat, vermoedelijk 1944.
Utrechters in de rij voor de winkel van de Firma A. van Voorthuizen aan de Mgr. van de Weteringstraat, vermoedelijk 1944. © Collectie Het Utrechts Archief (Bewerking door RTV Utrecht)
Die hele bonnenadministratie werd gehaat. Zowel de klant als de winkelier moest goed in de gaten houden welke bon, wanneer en waar ingeleverd kon worden.
Schaarste, lege verpakkingen in een Utrechtse etalage. Zomer 1943.
Schaarste, lege verpakkingen in een Utrechtse etalage. Zomer 1943. © W.F. Bonnet, beeldbank NIOD (Bewerking door RTV Utrecht)
Van gezinnen van winkeliers is bekend dat ze vaak avonden zaten te plakken om de distributiebonnen op orde te hebben, immers: geen bonnetjes betekende geen nieuwe voorraad, dus geen eten voor de buurtbewoners.

HONGER

De eerste jaren van de oorlog merken de Utrechters dat voedsel schaarser wordt en de rijen voor de winkels langer, maar de situatie werd pas echt nijpend in de herfst van 1944, wanneer de Duitsers na de spoorwegstaking het westen van Nederland afsluiten. Gebrek aan voedsel en brandstof leidden tot de zware hongerwinter, die ook in Utrecht veel levens kostte.
Soms warmden ze zich bij ons thuis op en aten ze wat pap of brood.
Arie Heicoop, zag als kind in de hongerwinter mensen naar eten zoeken
Niet onze hele provincie lijdt honger in dat laatste deel van de oorlog. Zo kan Arie Heicoop - inmiddels ver in de 80 - uit Nieuwland (tegenwoordig gemeente Vijfheerenlanden) het zich nog zeer helder herinneren. "Ik was misschien een klein jochie en honger heb ik zelf in de oorlog nooit gehad, maar al die stadse mensen die hier liepen. Och och."

IN GROEPJES LANGS DE DORPEN

Het dorp waar meneer Heicoop opgroeide heeft hij nooit verlaten en de doorgaande weg nu, is nog altijd dezelfde als tijdens de oorlog. In groepjes trokken de mensen uit de stad langs de boerendorpen.
Gebrek aan brandstof, oktober 1944.
Gebrek aan brandstof, oktober 1944. © W.F. Bonnet, beeldbank NIOD (Bewerking door RTV Utrecht)
Arie: "Ik zal dat nooit vergeten. Ze vroegen om tarwe of melk voor de kinderen. Wij hadden het niet breed, maar mijn vader kon het niet over zijn hart verkrijgen níks te doen. Dus soms warmden ze zich bij ons thuis op en aten ze wat pap of brood."