Week van de Eighties: Gert van Beek was politiechef tijdens de Heineken-ontvoering

© RTV Utrecht
AMSTERDAM - Deze week presenteert Radio M Utrecht 'De Week van de Eighties'. Naast de beste hits uit die tijd is er ook ruimte voor verhalen uit de jaren '80. Vandaag sprak presentator Conny Kraaijeveld in Aan Tafel! met Gert van Beek. Hij was chef van de Amsterdamse politie, ten tijde van de ontvoering van Freddy Heineken en Ab Doderer. Samen met ruim 300 politiemensen werkte hij aan de zaak.
De drie weken waren een intense periode in zijn leven, vertelde hij: "Het heeft een onvergetelijke ervaring opgeleverd. En het heeft geleerd dat als je met een team een goede sfeer neerzet, dan kun je bergen verzetten. Al die mannen die dag in dag uit zijn bezig geweest. Dat is geweldig geweest, dat gaf een ongekende sfeer."
"Ook als je elkaar nu nog weleens tegenkomt, dan denk je altijd weer met een zekere weemoed aan die periode in november 1983 terug. Wat hebben we met elkaar toch een geweldig mooie klus geklaard."
Conny Kraaijeveld in gesprek met Gert van Beek.
Van Beek is inmiddels gepensioneerd en doet allerlei dingen, naast het geven van lezingen over de ontvoering van Heineken: "Ik doe vrijwillgerswerk bij een theater, doe bij het Rode Kruis het een en ander, help bij de Avondvierdaagse. Ik vind veel leuk." Ook schreef hij in 2013 een boek over de ontvoering: "Meneer Heineken, het is voorbij".
De titel van het boek is gebaseerd op de eerste woorden die hij tegen Freddy Heineken sprak: "Meneer Heineken, ik ben Van Beek van de Amsterdamse politie: het is voorbij."

DAG VAN DE BEVRIJDING

Hij kan het zich nog goed herinneren, de eerste keer dat hij in de bewuste loods in Amsterdam kwam: "Het was er koud en vochtig. Dat vocht trok van onderen op, de matrassen in. Heineken en Doderer werden echt op Middeleeuwse wijze behandeld."
Gert van Beek te gast op Radio M Utrecht.
Ook viel hem op hoe snel Heineken weer de chef was die hij was: "Heineken probeerde meteen weer bovenop de rots te komen. Echt een man met een geweldige persoonlijkheid."
Samen met een paar andere rechercheurs zat Van Beek met Heineken in de auto, direct na de bevrijding van de twee. Ze vroegen Heineken van alles. "Want hoewel we al wisten wie erachter zaten, hoopten we toch op meer bewijsmateriaal. Alles wat je dan uit eerste hand hoort kan extra cruciale informatie bevatten", aldus Van Beek.
'HEB JE ZE AL?'
Het was tijdens die rit dat Heineken besloot nooit meer zonder bewaking de deur uit te willen. "Hij wilde net zo goed beschermd worden als Prins Claus of de koningin. Dat zei hij meteen. En hij regelde niet zomaar beveiligers: hij richtte zelf een beveiligingsteam op. Kocht de beste mensen op bij het arrestatieteam dat hem bevrijd had en ook de chef van de beveiligingsdienst van het Koninklijk Huis kocht hij weg. "
Ook na die tijd had Van Beek nog veel contact met Freddy Heineken. Hij belde hem vaak, meerdere keren per maand: "Heineken vroeg me altijd hetzelfde: 'Heb je ze al?'"

OP DE ROTS

Snel zat Heineken alweer 'op zijn rots', aldus Van Beek: "Hij wilde ook heel erg graag de politie bedanken. En hoewel wij natuurlijk niet voor een bedankje werken heeft Heineken ons nog een hele gezellige middag gegeven. Alle politiemensen die hadden meegewerkt aan de zaak mochten toen met hun gezin een middagje naar de show van André van Duin in Koninklijk Theater Carré. Had hij helemaal afgekocht."
Hoewel de Heineken-ontvoering zich vooral lijkt af te spelen in de hoofdstad komt ook de provincie Utrecht voor in de verhalen van Van Beek: zo werd een groot gedeelte van het losgeld gevonden in de bossen bij Zeist; de politie haalde een audioboodschap van de ontvoerders op uit een kluisje op Utrecht Centraal en een geldtransport met zakken losgeld vertrok vanuit de Utrechtse wijk Oog in Al.
Meer over die verhalen kun je horen in de gesprekken die bij dit artikel te beluisteren zijn, in de gesprekken die Conny Kraaijeveld voerde met Gert van Beek.