Beruchte Utrechtse huisjesmelker betrokken bij wietboerderijen Oost-Groningen

Vloet was berucht in de pandjeswereld. Hij stond regelmatig voor de rechter in Utrecht vanwege conflicten met huurders en de gemeente. Volgens RTV Noord wilde Vloet "zijn imperium uitbreiden en zag hij kansen in Oost-Groningen". De huizen zijn er immers goedkoop en er wonen relatief weinig mensen die last hebben van drugsactiviteiten.

Vloet liep uiteindelijk wel tegen de lamp na tips van omwonenden. Het ging om een boerderij in Bellingwolde, waar de politie in april 2017 poolshoogte nam. Daar reden toen ook auto's met kentekens uit het midden van het land. Via deze auto's kwam de politie de Utrechter op het spoor. Hij was eigenaar van deze panden en verhuurde ze aan Abdelhamid B., die eveneens uit Utrecht komt.

Ook een distributiecentrum in Assen dat bij de Oost-Groningse panden hoorde was van hem. Vloet overleed eind 2017 op 82-jarige leeftijd. Hij wist dat justitie hem vervolgde voor zijn criminele activiteiten in Oost-Groningen.

Het ging om forse plantages: de buit varieerde van duizend tot 2200 planten per pand. De verhuur per pand leverde de pandjesbaas zo'n 130.000 euro op in een periode van twee jaar. Abdelhamid B., de kompaan van de ondernemer, moet voorkomen in deze zaak. Hij wordt medeverantwoordelijk gehouden voor wietkwekerijen in Bellingwolde en Blijham. Daarnaast worden nog vier andere verdachten vervolgd voor de hennepzaak. Justitie wil in totaal 1,2 miljoen euro op de verdachten verhalen.

Omdat Vloet niet meer leeft, vervallen alle strafrechtelijke vervolgingen tegen hem. De vervolging tegen zijn vennootschap vervalt niet, omdat die overgaat naar een erfgenaam. Er is inmiddels een boete van 20.000 euro betaald. De eerste zitting in deze zaak staat eind september gepland.