Minister gaf niet alle informatie over onderzoek Stint

© RTV Utrecht / Anita Sara Nederlof
BILTHOVEN - Minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur meldt dat ze niet alle informatie heeft gegeven over het onderzoek naar de Stint omdat ze een aanvullende politieverklaring over de elektrische bolderkar pas veel later ontving. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
Het gaat met name om een schriftelijke politieverklaring van een medewerkster van een kinderdagverblijf die melding maakte over het op hol slaan van een Stint.
De medewerkster is opnieuw naar de politie gegaan toen ze het gevoel kreeg dat haar eerdere verklaring een belangrijke reden was om de Stint te verbieden. Ze vond "dat er met haar verhaal aan de haal was gegaan", waarna ze een tweede verklaring aflegde die genuanceerder was over de technische gebreken, schrijft de NOS.
In de brief aan de Tweede Kamer meldt Van Nieuwenhuizen dat ze inmiddels op de hoogte is van het nieuwe proces-verbaal dat op 3 oktober werd opgesteld. Toch zegt ze nog steeds achter haar besluit te staan. "Ook nu ik het nieuwe proces-verbaal ken, blijven voor mij de twijfels rondom de veiligheid van de Stint overeind", besluit ze de brief.

INSPECTIE

De minister schrijft ook dat de Bilthovense fabrikant van de Stint geen gehoor heeft gegeven aan meerdere verzoeken van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) om informatie over het voertuig.
Vorige week zondag heeft de ILT meerdere vragen bij de fabrikant neergelegd, onder meer over de gebruikte techniek in het elektrische voertuig en wanneer een bepaald model Stint geïntroduceerd werd. Ook wil de ILT weten wanneer een Stint die geschikt was gemaakt voor Maxi Cosi's voor het eerst werd geleverd aan kinderdagverblijven.
Op 21 oktober werd aan de fabrikant gevraagd de gegevens uiterlijk 25 oktober aan te leveren. Maar dat gebeurde niet. Op 29 oktober liet de ILT weten de informatie per direct te willen, maar de inspectiedienst heeft tot op heden geen enkele informatie ontvangen. Ook op woensdag is er nog een verzoek uitgedaan.

FAILLIET

Maandag liet de eigenaar van de fabrikant, Edwin Renzen, weten dat het bedrijf bankroet is. Het voertuig werd door de minister van de weg gehaald nadat een Stint onder de trein terechtkwam in Oss. Daarbij kwamen vier kinderen om het leven en raakten nog een kind en een begeleidster gewond.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), politie en het NFI (Nederlands Forensisch Instituut) onderzoeken de veiligheid van de elektrisch aangedreven kar. Volgens Renzen is de Stint veilig.

ONJUISTE INFORMATIE

Eerder deze week maakte RTL Nieuws bekend dat de minister volgens het OM onjuiste informatie heeft verstrekt over een politieverklaring over de Stint. Het voertuig werd begin vorige maand verboden, mede op basis van een onjuist en onvolledig proces-verbaal.
De minister liet afgelopen weekend nog weten dat er geen 'aanvullende verklaring' bestaat, waarin problemen met de Stint werden genuanceerd. Dat wordt dus bestreden door het OM, dat het politie-onderzoek leidt naar het drama in Oss.

COMPENSATIE

Als gevolg van het verbod op Stints in het openbaar, pleit voorzitter Pieter van Vollenhoven van de Stichting Veiligheid en Maatschappij overigens voor een fonds waarop benadeelde partijen een beroep kunnen doen als een besluit van de overheid achteraf te ingrijpend blijkt.
De minister heeft volgens Van Vollenhoven voor de veiligheid kordaat gehandeld door de Stint van de weg te halen, maar hij heeft ook oog voor de gevolgen van dat besluit. Een benadeelde partij zou een beroep kunnen doen op het fonds dat Van Vollenhoven voorstelt. Zoiets bestaat nu nog niet.